Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. verwonderend:
  2. verwonderen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verwonderend from Dutch to Spanish

verwonderend:


Translation Matrix for verwonderend:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
asombroso curieus; fenomenaal; miraculeus; opzienbarend; verbazend; verbazingwekkend; verbijsterend; verwonderend; verwonderingwekkend; verwonderlijk; wonderbaar; wonderbaarlijk; wonderlijk aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; curieus; enorm; flink; fors; groots; imponerend; imposant; indrukwekkend; merkwaardig; ongelofelijk; ontzaggelijk; ontzagwekkend; overdonderend; overweldigend; toepasselijk; treffend; vreemd
extraordinario curieus; fenomenaal; miraculeus; opzienbarend; verbazend; verbazingwekkend; verbijsterend; verwonderend; verwonderingwekkend; verwonderlijk; wonderbaar; wonderbaarlijk; wonderlijk apart; barbaars; beestachtig; bijzonder; bizar; bruut; buitengemeen; buitengewoon; buitenissig; buitensporig; curieus; eigenaardig; enig; enig in zijn soort; excentriek; excessief; extra; extreem; heel erg; hogelijk; hoogst; inhumaan; legendarisch; merkwaardig; monsterlijk; niet gewend; ongemeen; ongewoon; onmenselijk; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; raar; schaars; ten zeerste; toegevoegd; typisch; uitermate; uiterst; uitzonderlijk; uitzonderlijke; uniek; vreemd; wreed; zeer; zeerste; zelden; zeldzaam; zonderling
milagroso curieus; fenomenaal; miraculeus; opzienbarend; verbazend; verbazingwekkend; verbijsterend; verwonderend; verwonderingwekkend; verwonderlijk; wonderbaar; wonderbaarlijk; wonderlijk wonderbaarlijk
sorprendente curieus; fenomenaal; miraculeus; opzienbarend; verbazend; verbazingwekkend; verbijsterend; verwonderend; verwonderingwekkend; verwonderlijk; wonderbaar; wonderbaarlijk; wonderlijk apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; verrassend; vreemd; zonderling

Wiktionary Translations for verwonderend:


Cross Translation:
FromToVia
verwonderend maravilloso; admirable; digno de admiración merveilleux — Qui causer une grande admiration, mêlée d’une sorte de surprise.

verwonderend form of verwonderen:

verwonderen verb (verwonder, verwondert, verwonderde, verwonderden, verwonderd)

  1. verwonderen (verbazen; verbijsteren; bevreemden)
  2. verwonderen (afvragen)

Conjugations for verwonderen:

o.t.t.
  1. verwonder
  2. verwondert
  3. verwondert
  4. verwonderen
  5. verwonderen
  6. verwonderen
o.v.t.
  1. verwonderde
  2. verwonderde
  3. verwonderde
  4. verwonderden
  5. verwonderden
  6. verwonderden
v.t.t.
  1. heb verwonderd
  2. hebt verwonderd
  3. heeft verwonderd
  4. hebben verwonderd
  5. hebben verwonderd
  6. hebben verwonderd
v.v.t.
  1. had verwonderd
  2. had verwonderd
  3. had verwonderd
  4. hadden verwonderd
  5. hadden verwonderd
  6. hadden verwonderd
o.t.t.t.
  1. zal verwonderen
  2. zult verwonderen
  3. zal verwonderen
  4. zullen verwonderen
  5. zullen verwonderen
  6. zullen verwonderen
o.v.t.t.
  1. zou verwonderen
  2. zou verwonderen
  3. zou verwonderen
  4. zouden verwonderen
  5. zouden verwonderen
  6. zouden verwonderen
diversen
  1. verwonder!
  2. verwondert!
  3. verwonderd
  4. verwonderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verwonderen:

NounRelated TranslationsOther Translations
preguntarse ondervraging
VerbRelated TranslationsOther Translations
asombrarse bevreemden; verbazen; verbijsteren; verwonderen opkijken; opzien; verrast opkijken; versteld staan
preguntarse afvragen; verwonderen benieuwen; vraag stellen; vragen; zich afvragen; zich verwonderen
sorprenderse bevreemden; verbazen; verbijsteren; verwonderen
- verbazen

Synonyms for "verwonderen":


Related Definitions for "verwonderen":

  1. ervan opzien omdat je het niet verwacht1
    • het verwondert me dat hij zoveel geduld heeft1

Wiktionary Translations for verwonderen:

verwonderen
verb
  1. overgankelijk werkwoord
  2. wederkerend werkwoord

Cross Translation:
FromToVia
verwonderen asombrar; sorprender wundern — (transitiv) jemand oder etwas erstaunt jemanden
verwonderen asombrar; admirar étonner — (term, sens étymologique concret) ébranler à la manière du tonnerre.