Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. alleenheerser:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for alleenheerser from Dutch to Spanish

alleenheerser:

alleenheerser [de ~ (m)] noun

  1. de alleenheerser (soeverein)
    el soberano; la soberana; el autócrata

Translation Matrix for alleenheerser:

NounRelated TranslationsOther Translations
autócrata alleenheerser; soeverein autocraat
soberana alleenheerser; soeverein gouverneur; heerseres; landsvrouwe; landvoogd; regent; rijksbestuurder; stadhouder; vorstin
soberano alleenheerser; soeverein autoriteiten; gezag; gezaghebbers; gouverneur; heer; heerschap; heerser; jonker; jonkheer; koning; landjonker; landvoogd; machthebber; monarch; overheerser; overweldiger; regent; rijksbestuurder; soeverein; stadhouder; sujet; vent; vorst
ModifierRelated TranslationsOther Translations
soberano aanzienlijk; aristocratisch; deftig; gedistingeerd; koninklijk; royaal; soeverein; vooraanstaand; voornaam; vorstelijk

Related Words for "alleenheerser":

  • alleenheersers

Wiktionary Translations for alleenheerser:

alleenheerser
noun
  1. iemand die met onbeperkte oppermacht regeert

Cross Translation:
FromToVia
alleenheerser autócrata AlleinherrscherPolitik: Person, die uneingeschränkt herrscht