Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. angst aanjagen:


Dutch

Detailed Translations for angst aanjagen from Dutch to Spanish

angst aanjagen:

angst aanjagen verb (jaag angst aan, jaagt angst aan, joeg angst aan, joegen angst aan, angst aangejaagd)

  1. angst aanjagen (doen schrikken; verschrikken; bangmaken; beangstigen)

Conjugations for angst aanjagen:

o.t.t.
  1. jaag angst aan
  2. jaagt angst aan
  3. jaagt angst aan
  4. jagen angst aan
  5. jagen angst aan
  6. jagen angst aan
o.v.t.
  1. joeg angst aan
  2. joeg angst aan
  3. joeg angst aan
  4. joegen angst aan
  5. joegen angst aan
  6. joegen angst aan
v.t.t.
  1. heb angst aangejaagd
  2. hebt angst aangejaagd
  3. heeft angst aangejaagd
  4. hebben angst aangejaagd
  5. hebben angst aangejaagd
  6. hebben angst aangejaagd
v.v.t.
  1. had angst aangejaagd
  2. had angst aangejaagd
  3. had angst aangejaagd
  4. hadden angst aangejaagd
  5. hadden angst aangejaagd
  6. hadden angst aangejaagd
o.t.t.t.
  1. zal angst aanjagen
  2. zult angst aanjagen
  3. zal angst aanjagen
  4. zullen angst aanjagen
  5. zullen angst aanjagen
  6. zullen angst aanjagen
o.v.t.t.
  1. zou angst aanjagen
  2. zou angst aanjagen
  3. zou angst aanjagen
  4. zouden angst aanjagen
  5. zouden angst aanjagen
  6. zouden angst aanjagen
diversen
  1. jaag angst aan!
  2. jaagt angst aan!
  3. angst aangejaagd
  4. angst aanjagende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for angst aanjagen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
espantar angst aanjagen; bangmaken; beangstigen; doen schrikken; verschrikken afschrikken; bedreigen
meter miedo angst aanjagen; bangmaken; beangstigen; doen schrikken; verschrikken bedreigen

Related Translations for angst aanjagen