Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. inpalmen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for inpalmen from Dutch to Spanish

inpalmen:

inpalmen verb (palm in, palmt in, palmde in, palmden in, ingepalmd)

  1. inpalmen (inpakken)

Conjugations for inpalmen:

o.t.t.
  1. palm in
  2. palmt in
  3. palmt in
  4. palmen in
  5. palmen in
  6. palmen in
o.v.t.
  1. palmde in
  2. palmde in
  3. palmde in
  4. palmden in
  5. palmden in
  6. palmden in
v.t.t.
  1. heb ingepalmd
  2. hebt ingepalmd
  3. heeft ingepalmd
  4. hebben ingepalmd
  5. hebben ingepalmd
  6. hebben ingepalmd
v.v.t.
  1. had ingepalmd
  2. had ingepalmd
  3. had ingepalmd
  4. hadden ingepalmd
  5. hadden ingepalmd
  6. hadden ingepalmd
o.t.t.t.
  1. zal inpalmen
  2. zult inpalmen
  3. zal inpalmen
  4. zullen inpalmen
  5. zullen inpalmen
  6. zullen inpalmen
o.v.t.t.
  1. zou inpalmen
  2. zou inpalmen
  3. zou inpalmen
  4. zouden inpalmen
  5. zouden inpalmen
  6. zouden inpalmen
en verder
  1. ben ingepalmd
  2. bent ingepalmd
  3. is ingepalmd
  4. zijn ingepalmd
  5. zijn ingepalmd
  6. zijn ingepalmd
diversen
  1. palm in!
  2. palmt in!
  3. ingepalmd
  4. inpalmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for inpalmen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
abrigar con algo inpakken; inpalmen wikkelen
embalar inpakken; inpalmen emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken
encapsular inpakken; inpalmen beperken; bijsluiten; bijvoegen; indammen; inkapselen; inperken; insluiten; limiteren; omvatten; toevoegen; verpakken

Wiktionary Translations for inpalmen:

inpalmen
verb
  1. zich iets op min of meer onrechtmatige wijze meester maken van iets