Dutch

Detailed Translations for koers zetten naar from Dutch to Spanish

koers zetten naar:


Translation Matrix for koers zetten naar:

NounRelated TranslationsOther Translations
bajar afdalen
bordear laveren
dirigirse a aanspreken; benaderen; spreken tot; toespreken
VerbRelated TranslationsOther Translations
bajar aflopen; koers zetten naar; vervoegen; zich begeven naar achteruitgaan; afklimmen; afnemen; afstappen; afstijgen; dalen; declineren; er tussenuit knijpen; er vandoor gaan; eraf klimmen; erafhalen; erop achteruitgaan; eruitgaan; geld inleveren; kelderen; lager worden; minder worden; naar beneden brengen; naar beneden gaan; naar beneden klimmen; naar beneden lopen; neerbrengen; neergaan; omlaag gaan; omlaag klauteren; omlaagbrengen; omlaaggaan; omlaagklauteren; omlaagstappen; ontglippen; ontkomen; ontsnappen aan; ontvluchten; sterk in waarde dalen; uitstappen; vluchten; wegkomen; weglopen; wegrennen; zakken; zich vrijmaken
bordear koers zetten naar; koersen naar afzetten; kruisen; laveren; omranden; opkruisen; oplaveren; tegen de wind in varen
dirigirse a aflopen; koers zetten naar; vervoegen; zich begeven naar stevenen
encaminarse a aflopen; koers zetten naar; vervoegen; zich begeven naar stevenen
enderezar rumbo a koers zetten naar; koersen naar
maniobrar koers zetten naar; koersen naar beroeren; bewegen; exerceren; in beweging brengen; manoeuvreren; marcheren; opkruisen; oplaveren
navegar koers zetten naar; koersen naar bevaren; kruisen; laveren; navigeren; opkruisen; oplaveren; stevenen; tegen de wind in varen; varen; zeilen
poner rumbo hacia koers zetten naar; koersen naar
recorrer aflopen; koers zetten naar; vervoegen; zich begeven naar bereizen; doorheen reizen; reizen door; rondtrekken

Related Translations for koers zetten naar