Summary


Dutch

Detailed Translations for outfit from Dutch to Spanish

outfit:

outfit [de ~ (m)] noun

  1. de outfit (uitrusting; outillage; versiering; )
    el equipo; el utillaje; el amoblamiento; el vestidos; el adorno; la vestimenta; la ropa

Translation Matrix for outfit:

NounRelated TranslationsOther Translations
adorno benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering corsage; decor; decoratie; decoreren; draperie; garnering; glans; kwik; kwikzilver; luister; opluistering; opschik; opsieren; opsiering; opsmuk; opsmukken; ornament; ornamentiek; praal; pracht; pronk; sieraad; sierstuk; sierwerk; smuk; toneeldecoratie; tooi; uitdossing; verfraaiing; versieren; versiering; versieringen aanbrengen; versiersel
amoblamiento benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering ameublement; dolhuis; gekkenhuis; gesticht; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; meubelen; meubels; meubilair; meubilering; psychiatrische inrichting
equipo benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering apparatuur; computersysteem; elftal; equipe; machine; partij; pc; personal computer; ploeg; team; toerusting; uitrusting; uitrustingsstuk; voetbalelftal
ropa benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering dracht; folkloristisch kostuum; garderobe; goed; hangkast; klederdracht; kleding; kleren; plunje; tenue; vestiaire; wasgoed
utillaje benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering
vestidos benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering dracht; folkloristisch kostuum; klederdracht; kleding; kleren; passementen; plunje; tenue
vestimenta benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering kleding; kleren; plunje; tenue; uitdossing

Related Words for "outfit":

  • outfits