Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. revenu:


Dutch

Detailed Translations for revenu from Dutch to Spanish

revenu:

revenu [het ~] noun

  1. het revenu
    el ingresos; la ganancias

Translation Matrix for revenu:

NounRelated TranslationsOther Translations
ganancias revenu inkomsten; ontvangsten; verdiensten; winst; winsten
ingresos revenu aankomst; arbeidsloon; bezoldiging; binnenkomst; gage; honorarium; inkomen; inkomen uit onderneming; inkomsten; intredingen; loon; ontvangsten; opbrengst; salaris; soldij; traktement; verdienste; verdiensten; wedde

Related Words for "revenu":

  • revenuen