Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. ronddartelen:


Dutch

Detailed Translations for ronddartelen from Dutch to Spanish

ronddartelen:

ronddartelen verb (dartel rond, dartelt rond, dartelde rond, dartelden rond, rondgedarteld)

  1. ronddartelen

Conjugations for ronddartelen:

o.t.t.
  1. dartel rond
  2. dartelt rond
  3. dartelt rond
  4. dartelen rond
  5. dartelen rond
  6. dartelen rond
o.v.t.
  1. dartelde rond
  2. dartelde rond
  3. dartelde rond
  4. dartelden rond
  5. dartelden rond
  6. dartelden rond
v.t.t.
  1. heb rondgedarteld
  2. hebt rondgedarteld
  3. heeft rondgedarteld
  4. hebben rondgedarteld
  5. hebben rondgedarteld
  6. hebben rondgedarteld
v.v.t.
  1. had rondgedarteld
  2. had rondgedarteld
  3. had rondgedarteld
  4. hadden rondgedarteld
  5. hadden rondgedarteld
  6. hadden rondgedarteld
o.t.t.t.
  1. zal ronddartelen
  2. zult ronddartelen
  3. zal ronddartelen
  4. zullen ronddartelen
  5. zullen ronddartelen
  6. zullen ronddartelen
o.v.t.t.
  1. zou ronddartelen
  2. zou ronddartelen
  3. zou ronddartelen
  4. zouden ronddartelen
  5. zouden ronddartelen
  6. zouden ronddartelen
diversen
  1. dartel rond!
  2. dartelt rond!
  3. rondgedarteld
  4. ronddartelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ronddartelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
juguetear ronddartelen dollen; ravotten; robbedoezen; stoeien; wild rennen; wild spelen; zich uitleven
retozar ronddartelen dartelen; huppelen