Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. samenpersen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for samenpersen from Dutch to Spanish

samenpersen:

samenpersen verb (pers samen, perst samen, perste samen, persten samen, samengeperst)

  1. samenpersen (comprimeren; samendrukken)

Conjugations for samenpersen:

o.t.t.
  1. pers samen
  2. perst samen
  3. perst samen
  4. persen samen
  5. persen samen
  6. persen samen
o.v.t.
  1. perste samen
  2. perste samen
  3. perste samen
  4. persten samen
  5. persten samen
  6. persten samen
v.t.t.
  1. heb samengeperst
  2. hebt samengeperst
  3. heeft samengeperst
  4. hebben samengeperst
  5. hebben samengeperst
  6. hebben samengeperst
v.v.t.
  1. had samengeperst
  2. had samengeperst
  3. had samengeperst
  4. hadden samengeperst
  5. hadden samengeperst
  6. hadden samengeperst
o.t.t.t.
  1. zal samenpersen
  2. zult samenpersen
  3. zal samenpersen
  4. zullen samenpersen
  5. zullen samenpersen
  6. zullen samenpersen
o.v.t.t.
  1. zou samenpersen
  2. zou samenpersen
  3. zou samenpersen
  4. zouden samenpersen
  5. zouden samenpersen
  6. zouden samenpersen
en verder
  1. is samengeperst
  2. zijn samengeperst
diversen
  1. pers samen!
  2. perst samen!
  3. samengeperst
  4. samenpersend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for samenpersen:

NounRelated TranslationsOther Translations
apretar aanschroeven; afklemmen; afknijpen; vastschroeven
VerbRelated TranslationsOther Translations
apretar comprimeren; samendrukken; samenpersen aandrukken; afklemmen; afknellen; afknijpen; bedenken; drukken; fantaseren; indrukken; induwen; ineen duwen; knellen; met gespannen voorwerp omsluiten; nijpen; omspannen; overspannen; persen; proppen; samenballen; schroeven; strak zitten; uitdenken; vastdrukken; vastknijpen; verdichten; verzinnen; voorwenden
comprimir comprimeren; samendrukken; samenpersen bedenken; beperken; bijsluiten; bijvoegen; comprimeren; contracteren; fantaseren; indammen; inkapselen; inperken; inpersen; insluiten; limiteren; omvatten; samentrekken; toevoegen; uitdenken; verdichten; verzinnen; voorwenden
concentrarse comprimeren; samendrukken; samenpersen bedenken; fantaseren; uitdenken; verdichten; verzinnen; voorwenden
estrujar comprimeren; samendrukken; samenpersen bedenken; fantaseren; fijnmaken; klemmen; knellen; kreukelen; kreuken; leegknijpen; omklemmen; persen; platdrukken; uitdenken; uitpersen; verbrijzelen; verdichten; verfromfraaien; verfrommelen; vergruizen; verkreukelen; vermorzelen; verpletteren; verzinnen; voorwenden
prensar comprimeren; samendrukken; samenpersen persen

Wiktionary Translations for samenpersen:


Cross Translation:
FromToVia
samenpersen compactar compact — make more dense
samenpersen aplastamiento; aplastar squash — to compress