Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. stamhuis:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for stamhuis from Dutch to Spanish

stamhuis:

stamhuis [het ~] noun

  1. het stamhuis (geslacht; familie)
    la familia; la dinastía; la casa

Translation Matrix for stamhuis:

NounRelated TranslationsOther Translations
casa familie; geslacht; stamhuis bedrijf; bouwsel; bouwwerk; concern; dynastie; gebouw; geslacht; huis; onderneming; pand; perceel; residentie; thuis; verblijf; woning; woonhuis
dinastía familie; geslacht; stamhuis dynastie; geslacht; regerende familie; vorstenhuis
familia familie; geslacht; stamhuis dynastie; familie; genus; geslacht; gezin; huisgezin; kunne; sekse
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
familia serie

Related Words for "stamhuis":

  • stamhuizen

Wiktionary Translations for stamhuis:


Cross Translation:
FromToVia
stamhuis dinastía dynastiedescendance, succession des souverains d’une même famille qui ont régner dans un pays.