Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. trend:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for trend from Dutch to Spanish

trend:

trend [de ~ (m)] noun

  1. de trend (mode)
    la tendencia; la moda
  2. de trend (modeverschijnsel)
    la moda del momento; la moda pasajera; la tendencia; la moda
  3. de trend (tendens; neiging; geneigdheid)
    la tendencia; el propósito; la intención

Translation Matrix for trend:

NounRelated TranslationsOther Translations
intención geneigdheid; neiging; tendens; trend bedoeling; beduidenis; beduiding; betekenis; deftigheid; distinctie; gedistingeerdheid; gerichtheid; inhoud; oogmerk; opzet; oriëntatie; plan; strekking; tendens; voornaamheid; voornemen; wat ergens in zit; welgemanierdheid
moda mode; modeverschijnsel; trend manie; pathologische opgewondenheid; rage
moda del momento modeverschijnsel; trend
moda pasajera modeverschijnsel; trend
propósito geneigdheid; neiging; tendens; trend deftigheid; distinctie; gedistingeerdheid; gerichtheid; laag; niveau; oogmerk; opzet; oriëntatie; peil; plan; stand; toeleg; voornaamheid; voornemen; welgemanierdheid
tendencia geneigdheid; mode; modeverschijnsel; neiging; tendens; trend geest; geneigdheid; gerichtheid; gerichtheid op; gezindheid; hang; inclinatie; neiging; oriëntatie; oriëntatie op; overtuiging; strekking; tendens; tendentie; teneur; vaststaande mening

Related Words for "trend":

  • trends

Wiktionary Translations for trend:

trend
noun
  1. richting waarin zich iets ontwikkelt

Cross Translation:
FromToVia
trend moda mode — style or fashion
trend moda trend — A fad
trend tendencia tendance — Action, force par laquelle un corps tend à se mouvoir d’un côté.