Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. uitlopers:


Dutch

Detailed Translations for uitlopers from Dutch to Spanish

uitlopers:

uitlopers [de ~] noun, plural

  1. de uitlopers (nieuwe twijgen; knoppen; scheuten)
    el asientos; el mimbre; el sillones; el taburetes

Translation Matrix for uitlopers:

NounRelated TranslationsOther Translations
asientos knoppen; nieuwe twijgen; scheuten; uitlopers banken; barkrukken; stoelen; zetels; zitbanken; zitjes; zitplaatsen
mimbre knoppen; nieuwe twijgen; scheuten; uitlopers rijshout
sillones knoppen; nieuwe twijgen; scheuten; uitlopers banken; barkrukken; stoelen; zetels; zitbanken
taburetes knoppen; nieuwe twijgen; scheuten; uitlopers barkrukken; krukken