Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. vastslaan:


Dutch

Detailed Translations for vastslaan from Dutch to Spanish

vastslaan:

vastslaan verb

  1. vastslaan (spijkeren; vastnagelen; klinken; timmeren; vastspijkeren)
    clavar

Translation Matrix for vastslaan:

VerbRelated TranslationsOther Translations
clavar klinken; spijkeren; timmeren; vastnagelen; vastslaan; vastspijkeren aantasten; aanvreten; bederven; beschadigen; opkruisen; oplaveren