Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. versperring:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for versperring from Dutch to Spanish

versperring:

versperring [de ~ (v)] noun

  1. de versperring (barricade; afsluiting)
    la barrera; la obstrucción; el cerca; la valla; el obstáculo; la barricada
  2. de versperring (roadblock)
    la barrera; la barricada; el puesto de contról

Translation Matrix for versperring:

NounRelated TranslationsOther Translations
barrera afsluiting; barricade; roadblock; versperring afdichting; afgrendeling; afsluitboom; afsluiting; belemmering; dichtmaken; dorpel; drempel; het afsluiten; hindernis; hinderpaal; kamerwand; obstructie; scheidsmuur; slagboom; sluitboom; sluiting; spoorboom; tussenmuur; tussenwand; verhindering; wand
barricada afsluiting; barricade; roadblock; versperring barricaderering; blokkade; wegversperring
cerca afsluiting; barricade; versperring afsluitboom; hekwerk; rasterwerk; slagboom; sluitboom
obstrucción afsluiting; barricade; versperring belemmering; bemoeilijking; constipatie; hinder; hindernis; hinderpaal; obstructie; stagnatie; stremming; stuklopen; stuwing; vastlopen; verhindering; verstopping; verstoptheid; verzwaring
obstáculo afsluiting; barricade; versperring belemmering; beletsel; hindernis; hinderpaal; klip; moeilijkheid; narigheid; obstakel; obstructie; penarie; probleem; struikelblok; verhindering
puesto de contról roadblock; versperring
valla afsluiting; barricade; versperring afscheiding; atletiekhekje; hek; hekwerk; horde; schutting
ModifierRelated TranslationsOther Translations
cerca dichtbij; eng; in de buurt; krap; met weinig ruimte; nabij; nabije; nabijgelegen; nauw; vlakbij

Wiktionary Translations for versperring:


Cross Translation:
FromToVia
versperring barrera; obstrucción; reja; valla barrièreassemblage de plusieurs pièces de bois ou d'autres matériaux, servir à fermer un passage.