Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. verwelkt:
  2. verwelken:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verwelkt from Dutch to Spanish

verwelkt:

verwelkt adj

  1. verwelkt (verlept; verdord)

Translation Matrix for verwelkt:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
ajado verdord; verlept; verwelkt
marchito verdord; verlept; verwelkt armetierig; kwijnend; onooglijk; verlopen

verwelkt form of verwelken:

verwelken verb (verwelk, verwelkt, verwelkte, verwelkten, verwelkt)

  1. verwelken (verkommeren; verdorren; verleppen)

Conjugations for verwelken:

o.t.t.
  1. verwelk
  2. verwelkt
  3. verwelkt
  4. verwelken
  5. verwelken
  6. verwelken
o.v.t.
  1. verwelkte
  2. verwelkte
  3. verwelkte
  4. verwelkten
  5. verwelkten
  6. verwelkten
v.t.t.
  1. ben verwelkt
  2. bent verwelkt
  3. is verwelkt
  4. zijn verwelkt
  5. zijn verwelkt
  6. zijn verwelkt
v.v.t.
  1. was verwelkt
  2. was verwelkt
  3. was verwelkt
  4. waren verwelkt
  5. waren verwelkt
  6. waren verwelkt
o.t.t.t.
  1. zal verwelken
  2. zult verwelken
  3. zal verwelken
  4. zullen verwelken
  5. zullen verwelken
  6. zullen verwelken
o.v.t.t.
  1. zou verwelken
  2. zou verwelken
  3. zou verwelken
  4. zouden verwelken
  5. zouden verwelken
  6. zouden verwelken
diversen
  1. verwelk!
  2. verwelkt!
  3. verwelkt
  4. verwelkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verwelken:

NounRelated TranslationsOther Translations
marchitarse verwelking
VerbRelated TranslationsOther Translations
marchitarse verdorren; verkommeren; verleppen; verwelken wegslinken
resecarse verdorren; verkommeren; verleppen; verwelken verschralen

Wiktionary Translations for verwelken:


Cross Translation:
FromToVia
verwelken marchitar wilt — to droop