Dutch

Detailed Translations for voorspoed from Dutch to Spanish

voorspoed:

voorspoed [de ~ (m)] noun

  1. de voorspoed (welzijn; heil)
    la prosperidad; el éxito; el bienestar; la bonanza; la afluencia; el provecho; el salud
  2. de voorspoed (zegen; zegening; zaligheid; )
    la bendición; el don; la felicidad
  3. de voorspoed (zegen; zegening; heil; )
    la bendición; la bendiciones; la gloria; la salvación; la delicia; la consagración

Translation Matrix for voorspoed:

NounRelated TranslationsOther Translations
afluencia heil; voorspoed; welzijn drom; herrie; het toestromen; het toevloeien; kabaal; lawaai; leven; massa; menigte; mensenmassa; oploopje; rumoer; samenkomst; spektakel; toeloop; toestroom; troep
bendiciones gezegende toestand; heil; voorspoed; wijding; zegen; zegenen; zegening felicitaties; heilwensen; proficiat; zegens; zegenwensen
bendición gezegende toestand; heil; voorspoed; wijding; zaligheid; zegen; zegenen; zegening geroosterd brood; heildronk; heilwens; toast; toost; toostbrood
bienestar heil; voorspoed; welzijn content; euforie; genoegen; gezondheid; tevredenheid; welbehagen; welgevallen; welstand; welvaart; welvarendheid; welzijn
bonanza heil; voorspoed; welzijn
consagración gezegende toestand; heil; voorspoed; wijding; zegen; zegenen; zegening heiliging; wijding; zegening
delicia gezegende toestand; heil; voorspoed; wijding; zegen; zegenen; zegening gelukzaligheid; heerlijkheid; riddergoed; verrukkelijkheid
don gezegende toestand; heil; voorspoed; zaligheid; zegen; zegenen; zegening brein; capaciteit; denkvermogen; geest; hersens; inhoud; omvatte ruimte; vernuft; verstand
felicidad gezegende toestand; heil; voorspoed; zaligheid; zegen; zegenen; zegening bof; fortuin; geluk; geluk hebbend; gelukkigheid; gelukzaligheid; heerlijkheid; het gelukkig-zijn; welgevallen
gloria gezegende toestand; heil; voorspoed; wijding; zegen; zegenen; zegening eer; eergevoel; gelukzaligheid; glans; glorie; heerlijkheid; huldeblijk; luister; praal; pracht; pronk; trots; verlossing; zaligheid
prosperidad heil; voorspoed; welzijn succes; voorspoedigheid; welslagen; welstand; welvaart; welvarendheid
provecho heil; voorspoed; welzijn baat; gewin; hoogte van produktie; nut; nuttigheid; productiviteit; profijt; waarde; winst
salud heil; voorspoed; welzijn gezondheid; welzijn
salvación gezegende toestand; heil; voorspoed; wijding; zegen; zegenen; zegening levensbehoud; lijfsbehoud; verlossing; zaligheid
éxito heil; voorspoed; welzijn arbeidsprestatie; bestseller; deur; gelukken; hit; huisdeur; kasstuk; klapper; kraker; lukken; mazzel; meevaller; raakschot; schlager; schot in de roos; slagen; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer; voorspoedigheid; welslagen; werkprestatie

Wiktionary Translations for voorspoed:


Cross Translation:
FromToVia
voorspoed prosperidad prosperity — prosperity
voorspoed prosperidad prospéritéheureux état, heureuse situation, soit des affaires générales, soit des affaires particulier.