Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate vruchteloosheid

Translate vruchteloosheid from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

vruchteloosheid:
- escasez; infertilidad; esterilidad; infructuosidad
vruchteloos:
- en vano; inútil; infructuoso; presumido
- infertilidad; aridez; esterilidad
Wiktionary:
- vruchteloosheid → futilidad
- vruchteloos → abortivo, inútil

Dutch

Detailed Translations for vruchteloosheid from Dutch to Spanish

vruchteloosheid:

vruchteloosheid [de ~ (v)] noun

de vruchteloosheid
la escasez; la infertilidad; la esterilidad; la infructuosidad
- escasez [la ~] noun
- infertilidad [la ~] noun
- esterilidad [la ~] noun
- infructuosidad [la ~] noun

Translation Matrix for vruchteloosheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
escasez	vruchteloosheid	armzaligheid; gebrek; gemis; karigheid; krapte; poverheid; rariteit; schaarsheid; schaarste; schamelheid; schraalheid; spaarzaamheid; tekort; zeldzaamheid; zuinigheid
esterilidad	vruchteloosheid	onvruchtbaarheid; onzinnigheid; steriliteit; vruchteloos
infertilidad	vruchteloosheid	onvruchtbaarheid; onzinnigheid; vruchteloos
infructuosidad	vruchteloosheid

Related Words for "vruchteloosheid":

vruchteloos

Wiktionary Translations for vruchteloosheid:

Cross Translation:

From	To	Via
• vruchteloosheid	→ futilidad	↔ futilité — caractère d’une chose ou d’une personne futile.

vruchteloos:

vruchteloos adj

vruchteloos (tevergeefs; ijdel; nutteloos; zonder resultaat; vergeefs)
en vano; inútil
- en vano adj
- inútil adj
vruchteloos (onbeduidend; ijdel)
infructuoso; presumido
- infructuoso adj
- presumido adj

vruchteloos [znw.] noun

vruchteloos (onvruchtbaarheid; onzinnigheid)
la infertilidad; la aridez; la esterilidad
- infertilidad [la ~] noun
- aridez [la ~] noun
- esterilidad [la ~] noun

Translation Matrix for vruchteloos:

Noun	Related Translations	Other Translations
aridez	onvruchtbaarheid; onzinnigheid; vruchteloos
esterilidad	onvruchtbaarheid; onzinnigheid; vruchteloos	steriliteit; vruchteloosheid
infertilidad	onvruchtbaarheid; onzinnigheid; vruchteloos	vruchteloosheid
inútil		geitenbreier; lammeling; lamzak; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; nietsnut; niksnut; slampamper; slapkous
presumido		bluffer; dikdoener; hol vat; leeg vat; opschepper; opscheppers; pocher; praatjesmakers; snoever; snoevers; windbuil; windbuilen
Modifier	Related Translations	Other Translations
en vano	ijdel; nutteloos; tevergeefs; vergeefs; vruchteloos; zonder resultaat	onbruikbaar; zinledig
infructuoso	ijdel; onbeduidend; vruchteloos	onbruikbaar
inútil	ijdel; nutteloos; tevergeefs; vergeefs; vruchteloos; zonder resultaat	doelloos; krukkig; nutteloos; onbeholpen; onbruikbaar; onhandig; onnut; overtollig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelend; sukkelig; waardeloos; zinledig; zinloos; zonder nut
presumido	ijdel; onbeduidend; vruchteloos	aanmatigend; arrogant; belerend; brallerig; fier; flink; frikkerig; glorieus; groots; grootsprakerig; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; ijdel; ingebeeld; kwasterig; neerbuigend; nuffig; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; opschepperig; pedant; pocherig; prat; pretentieus; schoolmeesterachtig; snoevend; trots; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen

Related Words for "vruchteloos":

vruchteloosheid

Wiktionary Translations for vruchteloos:

Cross Translation:

From	To	Via
• vruchteloos	→ abortivo	↔ abortif — (vieilli) Qui venir avant terme, qui n’pouvoir acquérir son entier développement.
• vruchteloos	→ inútil	↔ inutile — Qui n’est d’aucune utilité, d’aucun usage, parler des choses.