Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. zaalwachters:
  2. zaalwachter:


Dutch

Detailed Translations for zaalwachters from Dutch to Spanish

zaalwachters:

zaalwachters [de ~] noun, plural

  1. de zaalwachters (suppoosten; toezichthouders)
    el vigilantes; el celadores

Translation Matrix for zaalwachters:

NounRelated TranslationsOther Translations
celadores suppoosten; toezichthouders; zaalwachters
vigilantes suppoosten; toezichthouders; zaalwachters inspecteurs; opzichters; opzieners; surveillanten; toezichthouders

Related Words for "zaalwachters":


zaalwachter:

zaalwachter [de ~ (m)] noun

  1. de zaalwachter (suppoost)
    el vigilante; el supervisor; el celador

Translation Matrix for zaalwachter:

NounRelated TranslationsOther Translations
celador suppoost; zaalwachter oppasser
supervisor suppoost; zaalwachter conducteur; controleur; dierverzorger; inspecteur; oppasser; opzichter; opziener; treinconducteur; verzorger
vigilante suppoost; zaalwachter bewaker; buurtwacht; cipier; deurwachter; gevangenbewaarder; inspiciënt; poortwachter; portier; schildwacht; suppoost; wacht; wachter; waker; wakker persoon
ModifierRelated TranslationsOther Translations
vigilante alert; bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; hoede; omzichtig; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend

Related Words for "zaalwachter":