Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate zelfverzekerdheid

Translate zelfverzekerdheid from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

zelfverzekerdheid:
- confianza en si mismo; autoconciencia; aplomo; seguridad de sí mismo; seguridad de uno mismo
zelfverzekerd:
- seguro de sí mismo; seguro de uno mismo
Wiktionary:
- zelfverzekerd → seguro de sí mismo, seguro

Dutch

Detailed Translations for zelfverzekerdheid from Dutch to Spanish

zelfverzekerdheid:

zelfverzekerdheid [de ~ (v)] noun

de zelfverzekerdheid (zelfvertrouwen; vastberadenheid; zekerheid; stelligheid)
la confianza en si mismo
- confianza en si mismo [la ~] noun
de zelfverzekerdheid (zelfbewustheid)
la autoconciencia; el aplomo; la seguridad de sí mismo; la seguridad de uno mismo
- autoconciencia [la ~] noun
- aplomo [el ~] noun
- seguridad de sí mismo [la ~] noun
- seguridad de uno mismo [la ~] noun

Translation Matrix for zelfverzekerdheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
aplomo	zelfbewustheid; zelfverzekerdheid	aplomb
autoconciencia	zelfbewustheid; zelfverzekerdheid
confianza en si mismo	stelligheid; vastberadenheid; zekerheid; zelfvertrouwen; zelfverzekerdheid
seguridad de sí mismo	zelfbewustheid; zelfverzekerdheid
seguridad de uno mismo	zelfbewustheid; zelfverzekerdheid

Related Words for "zelfverzekerdheid":

zelfverzekerd

zelfverzekerdheid form of zelfverzekerd:

zelfverzekerd adj

zelfverzekerd
seguro de sí mismo; seguro de uno mismo
- seguro de sí mismo adj
- seguro de uno mismo adj

Translation Matrix for zelfverzekerd:

Modifier	Related Translations	Other Translations
seguro de sí mismo	zelfverzekerd	assertief; zelfbewust
seguro de uno mismo	zelfverzekerd

Related Words for "zelfverzekerd":

zelfverzekerdheid, zelfverzekerder, zelfverzekerdere, zelfverzekerde

Wiktionary Translations for zelfverzekerd:

Cross Translation:

From	To	Via
• zelfverzekerd	→ seguro de sí mismo; seguro	↔ self-confident — confident in one's abilities