Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. doorjagen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for doorjagen from Dutch to French

doorjagen:

doorjagen verb

  1. doorjagen (verbruiken; opmaken)
    utiliser; consommer; consumer; digérer; dépenser; user; se consumer; se corroder
    • utiliser verb (utilise, utilises, utilisons, utilisez, )
    • consommer verb (consomme, consommes, consommons, consommez, )
    • consumer verb (consume, consumes, consumons, consumez, )
    • digérer verb (digère, digères, digérons, digérez, )
    • dépenser verb (dépense, dépenses, dépensons, dépensez, )
    • user verb (use, uses, usons, usez, )

Translation Matrix for doorjagen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
consommer doorjagen; opmaken; verbruiken afdragen; bikken; bunkeren; consumeren; dineren; eten; gebruiken; kluiven; knauwen; laven; leegeten; lenigen; lessen; naar binnen werken; nuttigen; opeten; ophebben; oppeuzelen; opvreten; schransen; schrokken; slijten; tafelen; tegoed doen; tot zich nemen; uitgebreid eten; uitgeven voor een maaltijd; verorberen; verslijten; verslinden; verteren; volvoeren; vreten; zitten proppen
consumer doorjagen; opmaken; verbruiken consumeren; drugs consumeren; gebruiken; opgebruiken; opkrijgen; opmaken; verbruiken
digérer doorjagen; opmaken; verbruiken opvreten; uitgeven voor een maaltijd; verbijten; verkroppen; verorberen; verslinden; verteren
dépenser doorjagen; opmaken; verbruiken besteden; doorleven; doorstaan; erdoor jagen; spenderen; uitgeven; uitgeven voor een maaltijd; verdragen; verduren; verteren
se consumer doorjagen; opmaken; verbruiken afbranden; afdragen; kwijnen; leegbranden; platbranden; slijten; uitbranden; uitgeven voor een maaltijd; verkwijnen; verslijten; verteren; wegkwijnen
se corroder doorjagen; opmaken; verbruiken afdragen; bederven; ontbinden; rotten; slijten; uitgeven voor een maaltijd; vergaan; verrotten; verslijten; verteren; wegrotten
user doorjagen; opmaken; verbruiken aanwenden; afdragen; benutten; bezigen; consumeren; gebruik maken van; gebruiken; hanteren; opgebruiken; opkrijgen; opmaken; slijten; toepassen; uitgeven voor een maaltijd; utiliseren; verbruiken; verslijten; verteren; wegslijten
utiliser doorjagen; opmaken; verbruiken aangrijpen; aanwenden; benutten; bezigen; consumeren; exploiteren; gebruik maken van; gebruiken; hanteren; toepassen; uitbuiten; utiliseren; verbruiken
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
consommer verbruiken

Wiktionary Translations for doorjagen:


Cross Translation:
FromToVia
doorjagen flamber; claquer blow — to squander