Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. filiaal:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for filiaal from Dutch to French

filiaal:

filiaal [het ~] noun

  1. het filiaal (bijkantoor; hulpkantoor; agentschap)
    la succursale; l'agence; le bureau auxiliaire; la dépendance
  2. het filiaal
    la succursale
  3. het filiaal

Translation Matrix for filiaal:

NounRelated TranslationsOther Translations
agence agentschap; bijkantoor; filiaal; hulpkantoor agentschap; agentuur; bureaus; kantoren
bureau auxiliaire agentschap; bijkantoor; filiaal; hulpkantoor
dépendance agentschap; bijkantoor; filiaal; hulpkantoor afhankelijkheid; ander filiaal; bijgebouw; dependance; gewenning; horigheid; verslaafdheid; verslaving
filiale filiaal dochteronderneming
succursale agentschap; bijkantoor; filiaal; hulpkantoor agentschap; agentuur; filiaalbedrijf

Related Words for "filiaal":

  • filiaaltje, filiaaltjes

Wiktionary Translations for filiaal:

filiaal
noun
  1. een pand in een reeks van panden
filiaal
noun
  1. Tout établissement subordonner à un autre et créer pour le seconder.

Cross Translation:
FromToVia
filiaal filiale branch — office of an organization with several locations
filiaal filiale subsidiary — company owned by a parent company or a holding company
filiaal succursale; agence Filiale — Zweigstelle

Related Translations for filiaal