Dutch

Detailed Translations for inrichting from Dutch to French

inrichting:

inrichting [de ~ (v)] noun

  1. de inrichting (aankleding; versiering; decoratie)
    la décoration; l'aménagement; le décor
  2. de inrichting (woninginrichting; inrichten; woningdecoratie)
    la décoration intérieure; l'aménagement; l'ameublement; le mobilier; l'installation; le meubles
  3. de inrichting (krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting; gekkenhuis; )

Translation Matrix for inrichting:

NounRelated TranslationsOther Translations
ameublement inrichten; inrichting; woningdecoratie; woninginrichting aankleding; ameublement; decoratie; meubelen; meubels; meubilair; meubilering
aménagement aankleding; decoratie; inrichten; inrichting; versiering; woningdecoratie; woninginrichting aankleding; ameublement; benodigde; decoratie; meubelen; meubels; meubilair; meubilering; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering
clinique psychiatrique dolhuis; gekkenhuis; gesticht; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting gekkenhuis; zenuwinrichting
décor aankleding; decoratie; inrichting; versiering aankleding; decor; decoratie; ereteken; onderscheiding; onderscheidingsteken; ridderorde; toneeldecor; toneeldecoratie
décoration aankleding; decoratie; inrichting; versiering aankleding; corsage; decor; decoratie; decoreren; draperie; eigenschap; ereteken; garnering; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; lintje; onderscheiding; onderscheidingsteken; opluistering; opschik; opsieren; opsiering; opsmuk; opsmukken; optuigen; ordeteken; ornamentiek; ridderorde; sierwerk; smuk; stigma; teken; tooi; versieren; versiering; versieringen aanbrengen; versiersel; zich mooi maken
décoration intérieure inrichten; inrichting; woningdecoratie; woninginrichting
installation inrichten; inrichting; woningdecoratie; woninginrichting assemblage; assembleren; bevestiging; beëdiging; eerbetoon; faciliteit; het bevestigen; het plaatsen; het stichten; het vastmaken; huldebetoon; huldiging; ingebruikname; installatie; instelling; montage; nederzetting; oprichting; plaatsing; samenstelling; samenvoeging; stichting; vestiging
maison de fous dolhuis; gekkenhuis; gesticht; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting gekkenhuis
meubles inrichten; inrichting; woningdecoratie; woninginrichting aankleding; ameublement; boedel; decoratie; huisraad; inboedel; meubelen; meubels; meubilair; meubilering
mobilier inrichten; inrichting; woningdecoratie; woninginrichting aankleding; boedel; decoratie; huisraad; inboedel
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
installation installatie

Wiktionary Translations for inrichting:

inrichting
Cross Translation:
FromToVia
inrichting infrastructure; installation; pôle; centre facility — physical means of doing something
inrichting organisation; installation; fondation Einrichtung — die Handlung, etwas zu gründen bzw. zu erstellen

External Machine Translations:

Related Translations for inrichting