Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. opeisen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for opeisen from Dutch to French

opeisen:

opeisen verb (eis op, eist op, eiste op, eisten op, opgeeist)

  1. opeisen (eisen; aanspraak maken op; vorderen; rekwireren; opvorderen)
    exiger; demander; réclamer; revendiquer; requérir
    • exiger verb (exige, exiges, exigeons, exigez, )
    • demander verb (demande, demandes, demandons, demandez, )
    • réclamer verb (réclame, réclames, réclamons, réclamez, )
    • revendiquer verb (revendique, revendiques, revendiquons, revendiquez, )
    • requérir verb (requiers, requiert, requérons, requérez, )

Conjugations for opeisen:

o.t.t.
  1. eis op
  2. eist op
  3. eist op
  4. eisen op
  5. eisen op
  6. eisen op
o.v.t.
  1. eiste op
  2. eiste op
  3. eiste op
  4. eisten op
  5. eisten op
  6. eisten op
v.t.t.
  1. heb opgeeist
  2. hebt opgeeist
  3. heeft opgeeist
  4. hebben opgeeist
  5. hebben opgeeist
  6. hebben opgeeist
v.v.t.
  1. had opgeeist
  2. had opgeeist
  3. had opgeeist
  4. hadden opgeeist
  5. hadden opgeeist
  6. hadden opgeeist
o.t.t.t.
  1. zal opeisen
  2. zult opeisen
  3. zal opeisen
  4. zullen opeisen
  5. zullen opeisen
  6. zullen opeisen
o.v.t.t.
  1. zou opeisen
  2. zou opeisen
  3. zou opeisen
  4. zouden opeisen
  5. zouden opeisen
  6. zouden opeisen
en verder
  1. ben opgeeist
  2. bent opgeeist
  3. is opgeeist
  4. zijn opgeeist
  5. zijn opgeeist
  6. zijn opgeeist
diversen
  1. eis op!
  2. eist op!
  3. opgeeist
  4. opeisend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for opeisen:

NounRelated TranslationsOther Translations
demander aanspraak maken op; aanvragen; claim; opgeven
réclamer aanspraak maken op; claim
VerbRelated TranslationsOther Translations
demander aanspraak maken op; eisen; opeisen; opvorderen; rekwireren; vorderen aanvragen; aanzoeken; bevragen; bidden; eisen; in gebed zijn; navragen; opvragen; rekwestreren; soebatten; uitnodigen; vereisen; vergen; verlangen; verzoeken; vraag stellen; vragen
exiger aanspraak maken op; eisen; opeisen; opvorderen; rekwireren; vorderen aanspraak op maken; aanvragen; aanzoeken; eisen; inmanen; invorderen; uitnodigen; vereisen; vergen; verlangen; verzoeken; vorderen; vragen
requérir aanspraak maken op; eisen; opeisen; opvorderen; rekwireren; vorderen aanspraak op maken; aanvragen; aanzoeken; eisen; rekwisiteren; uitnodigen; vereisen; vergen; verlangen; verzoeken; vragen
revendiquer aanspraak maken op; eisen; opeisen; opvorderen; rekwireren; vorderen aanspraak op maken; aanvragen; eisen; opvragen; terugeisen; terugvorderen; vereisen; vergen; verlangen; verzoeken; vragen
réclamer aanspraak maken op; eisen; opeisen; opvorderen; rekwireren; vorderen aanspraak op maken; aanvragen; een klacht indienen; eisen; klagen; misnoegen uiten; opvragen; over iets mopperen; reclameren; terugeisen; terugvorderen; vereisen; vergen; verlangen; verzoeken; vragen; zijn beklag indienen

Wiktionary Translations for opeisen:

opeisen
verb
  1. eisen dat iets of iemand waarop men recht heeft, wordt overgegeven
opeisen
verb
  1. Indiquer à quelqu’un par des paroles, par un écrit ou tout autre moyen ce qu’on désire obtenir de lui.

Cross Translation:
FromToVia
opeisen revendiquer claim — to demand ownership of something
opeisen exiger demand — to request forcefully
opeisen revendiquer; réclamer vindicate — to claim