Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Search: samenhangend

Dutch and French Translation Search Results for samenhangend

Summary

Dutch to French: more detail...

samenhangend:
- cohérent; en rapport; connexe; lié; allié; uni; réuni; noué; unanimement; unanime
Wiktionary:
- samenhangend → cohérent
- samenhangend → cohérent, contigu, attenant

Dutch

Detailed Translations for samenhangend from Dutch to French

samenhangend:

samenhangend adj

samenhangend (coherent)
cohérent; en rapport; connexe
- cohérent adj
- en rapport adj
- connexe adj
samenhangend (een eenheid vormend; verbonden; verenigd; aaneengesloten)
lié; allié; uni; réuni; noué; unanimement; unanime
- lié adj
- allié adj
- uni adj
- réuni adj
- noué adj
- unanimement adj
- unanime adj

Translation Matrix for samenhangend:

Noun	Related Translations	Other Translations
allié		bondgenoot; geallieerde; handlanger; medestander; trawant; voorstander
lié		aanknopen
Adjective	Related Translations	Other Translations
lié	aaneengesloten; een eenheid vormend; samenhangend; verbonden; verenigd	aangesloten; eendrachtig; eensgezind; geboeid; gebonden; harmonieus; niet vrij; obligaat; obligatoir; onvrij; saamhorig; vastgebonden; vastgemaakt; vereist; verplicht
Modifier	Related Translations	Other Translations
allié	aaneengesloten; een eenheid vormend; samenhangend; verbonden; verenigd	geallieerd; gerelateerd; verwant
cohérent	coherent; samenhangend	consistent
connexe	coherent; samenhangend
en rapport	coherent; samenhangend
noué	aaneengesloten; een eenheid vormend; samenhangend; verbonden; verenigd	geboeid; gestrikt; vastgebonden; vastgemaakt
réuni	aaneengesloten; een eenheid vormend; samenhangend; verbonden; verenigd	aaneen; bij elkaar; bijeen; eendrachtig; eensgezind; gemeenschappelijk; gezamenlijk; harmonieus; in elkaar; ineen; met z'n beiden; met zijn allen; saamhorig; samen; tezamen
unanime	aaneengesloten; een eenheid vormend; samenhangend; verbonden; verenigd	eendrachtig; eenparig; eensgezind; eenstemmig; harmonieus; saamhorig; unaniem
unanimement	aaneengesloten; een eenheid vormend; samenhangend; verbonden; verenigd	eendrachtig; eenparig; eensgezind; eenstemmig; harmonieus; saamhorig; unaniem
uni	aaneengesloten; een eenheid vormend; samenhangend; verbonden; verenigd	aaneengeregen; aaneengesloten; eendrachtig; eensgezind; effen; harmonieus; saamhorig; van één kleur

Wiktionary Translations for samenhangend:

samenhangend

adjective

Qui présenter de la cohérence.
- cohérent → coherent; samenhangend

Cross Translation:

From	To	Via
• samenhangend	→ cohérent	↔ coherent — orderly, logical and consistent
• samenhangend	→ contigu; attenant	↔ contiguous — connecting without a break
• samenhangend	→ cohérent	↔ zusammenhängend — miteinander verbunden, in Beziehung zueinander