Dutch

Detailed Translations for betreffen from Dutch to French

betreffen:

betreffen verb (betref, betreft, betrof, betroffen, betroffen)

  1. betreffen (aangaan; raken)
    concerner; regarder; toucher; s'agir de
    • concerner verb (concerne, concernes, concernons, concernez, )
    • regarder verb (regarde, regardes, regardons, regardez, )
    • toucher verb (touche, touches, touchons, touchez, )
    • s'agir de verb
  2. betreffen (aangaan; slaan op)
    concerner; regarder; toucher; se rapporter à; atteindre; intéresser
    • concerner verb (concerne, concernes, concernons, concernez, )
    • regarder verb (regarde, regardes, regardons, regardez, )
    • toucher verb (touche, touches, touchons, touchez, )
    • atteindre verb (atteins, atteint, atteignons, atteignez, )
    • intéresser verb (intéresse, intéresses, intéressons, intéressez, )

Conjugations for betreffen:

o.t.t.
  1. betref
  2. betreft
  3. betreft
  4. betreffen
  5. betreffen
  6. betreffen
o.v.t.
  1. betrof
  2. betrof
  3. betrof
  4. betroffen
  5. betroffen
  6. betroffen
v.t.t.
  1. heb betroffen
  2. hebt betroffen
  3. heeft betroffen
  4. hebben betroffen
  5. hebben betroffen
  6. hebben betroffen
v.v.t.
  1. had betroffen
  2. had betroffen
  3. had betroffen
  4. hadden betroffen
  5. hadden betroffen
  6. hadden betroffen
o.t.t.t.
  1. zal betreffen
  2. zult betreffen
  3. zal betreffen
  4. zullen betreffen
  5. zullen betreffen
  6. zullen betreffen
o.v.t.t.
  1. zou betreffen
  2. zou betreffen
  3. zou betreffen
  4. zouden betreffen
  5. zouden betreffen
  6. zouden betreffen
diversen
  1. betref!
  2. betreft!
  3. betroffen
  4. betreffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

betreffen [znw.] noun

  1. betreffen (aangaan)
    le concerner; le fait de toucher à; le fait d'affecter

Translation Matrix for betreffen:

NounRelated TranslationsOther Translations
concerner aangaan; betreffen
fait d'affecter aangaan; betreffen raken; treffen; zorg inboezemen
fait de toucher à aangaan; betreffen raken; treffen; zorg inboezemen
toucher aanraking; aanslag; contact; gevoelszin; impact; prikkeling; sensatie; tastzin; zintuiglijke gewaarwording
VerbRelated TranslationsOther Translations
atteindre aangaan; betreffen; slaan op aankomen; aflopen; arriveren; behalen; bereiken; beroeren; doordringen; komen tot; ontroeren; penetreren in; raken; reiken; resulteren; terechtkomen; treffen; uitkomen bij; uitvloeien in; vergaan; verkrijgen; verlopen; verstrijken; vervallen; voorbijgaan; winnen
concerner aangaan; betreffen; raken; slaan op beïnvloeden; ontroeren; raken; treffen
intéresser aangaan; betreffen; slaan op belangstelling opwekken; interesseren
regarder aangaan; betreffen; raken; slaan op aanblikken; aankijken; aanschouwen; aanzien; bekijken; bezichtigen; bezien; blikken; blikken werpen; gadeslaan; in de gaten houden; in het oog houden; inkijken; inspecteren; inzien; kijken; kijken naar; onderscheiden; ontwaren; opletten; opmerken; schouwen; staren; toekijken; toeschouwen; toezien; turen; zien
s'agir de aangaan; betreffen; raken
se rapporter à aangaan; betreffen; slaan op beïnvloeden; raken; refereren; treffen
toucher aangaan; betreffen; raken; slaan op aangaan; aangrijpen; aanraken; aanroeren; aanstippen; aanvangen; beginnen; bekomen; beroeren; betasten; bevoelen; beïnvloeden; even aanraken; geld in ontvangst nemen; grenzen; grenzen aan; iets verduren; incasseren; innen; ondernemen; ontmoeten; ontroeren; opvangen; raken; starten; tegenkomen; toucheren; treffen; van start gaan; verdienen; verkrijgen; verwerven; voelen; zich hervinden

Related Definitions for "betreffen":

  1. waar het over gaat1
    • wat het eten betreft, moet je zelf maar iets verzinnen1

Wiktionary Translations for betreffen:

betreffen
verb
  1. gaan over, als onderwerp hebben
betreffen