Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. bij elkaar vegen:


Dutch

Detailed Translations for bij elkaar vegen from Dutch to French

bij elkaar vegen:

bij elkaar vegen verb (veeg bij elkaar, veegt bij elkaar, veegde bij elkaar, veegden bij elkaar, bij elkaar geveegd)

  1. bij elkaar vegen
    ramasser
    • ramasser verb (ramasse, ramasses, ramassons, ramassez, )

Conjugations for bij elkaar vegen:

o.t.t.
  1. veeg bij elkaar
  2. veegt bij elkaar
  3. veegt bij elkaar
  4. vegen bij elkaar
  5. vegen bij elkaar
  6. vegen bij elkaar
o.v.t.
  1. veegde bij elkaar
  2. veegde bij elkaar
  3. veegde bij elkaar
  4. veegden bij elkaar
  5. veegden bij elkaar
  6. veegden bij elkaar
v.t.t.
  1. heb bij elkaar geveegd
  2. hebt bij elkaar geveegd
  3. heeft bij elkaar geveegd
  4. hebben bij elkaar geveegd
  5. hebben bij elkaar geveegd
  6. hebben bij elkaar geveegd
v.v.t.
  1. had bij elkaar geveegd
  2. had bij elkaar geveegd
  3. had bij elkaar geveegd
  4. hadden bij elkaar geveegd
  5. hadden bij elkaar geveegd
  6. hadden bij elkaar geveegd
o.t.t.t.
  1. zal bij elkaar vegen
  2. zult bij elkaar vegen
  3. zal bij elkaar vegen
  4. zullen bij elkaar vegen
  5. zullen bij elkaar vegen
  6. zullen bij elkaar vegen
o.v.t.t.
  1. zou bij elkaar vegen
  2. zou bij elkaar vegen
  3. zou bij elkaar vegen
  4. zouden bij elkaar vegen
  5. zouden bij elkaar vegen
  6. zouden bij elkaar vegen
diversen
  1. veeg bij elkaar!
  2. veegt bij elkaar!
  3. bij elkaar geveegd
  4. bij elkaar vegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bij elkaar vegen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
ramasser bij elkaar vegen aannemen; aanvaarden; accepteren; afhalen; afhalen en meenemen; afnemen; bijeenrapen; bijeenzamelen; bijeenzoeken; in ontvangst nemen; inzamelen; meenemen; ontvangen; opeenhopen; ophalen; oppakken; oppikken; oppotten; oprapen; opsnappen; sparen; vergaren; verzamelen; weghalen; wegnemen

Related Translations for bij elkaar vegen