Dutch

Detailed Translations for fleurig maken from Dutch to French

fleurig maken:

fleurig maken verb

  1. fleurig maken (opfleuren)
    raviver; ragaillardir; rafraîchir; se remettre; reprendre des forces; remonter le moral à
    • raviver verb (ravive, ravives, ravivons, ravivez, )
    • ragaillardir verb (ragaillardis, ragaillardit, ragaillardissons, ragaillardissez, )
    • rafraîchir verb (rafraîchis, rafraîchit, rafraîchissons, rafraîchissez, )

Translation Matrix for fleurig maken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
rafraîchir fleurig maken; opfleuren afkoelen; blij maken; dorst lessen; hernieuwen; in goede staat brengen; koel worden; koelen; koud worden; laven; nieuw leven inblazen; opfleuren; opfrissen; opknappen; opluchten; opmonteren; opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; renoveren; tooien; verfraaien; verfrissen; verkillen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen; verluchten; verversen; vrolijker worden; zich mooi maken
ragaillardir fleurig maken; opfleuren blij maken; opfleuren; opkikkeren; opknappen; opmonteren; verfrissen; verkwikken; vrolijker worden
raviver fleurig maken; opfleuren aanmoedigen; activeren; bezielen; blij maken; opfleuren; opleven; opmonteren; oppeppen; oprakelen; opwekken; reanimeren; stimuleren; ter sprake brengen; tot leven wekken; verkwikken; verlevendigen; vrolijker worden
remonter le moral à fleurig maken; opfleuren blij maken; opfleuren; opkikkeren; opknappen; opmonteren; verfrissen; verkwikken; vrolijker worden
reprendre des forces fleurig maken; opfleuren aansterken; nieuwe krachten opdoen
se remettre fleurig maken; opfleuren bekomen; beteren; bijkomen; blij maken; leven beteren; luwen; op adem komen; op zijn verhaal komen; opfleuren; opkalefateren; opknappen; opkrabbelen; oplappen; opmonteren; opvijzelen; tot bedaren komen; uitwoeden; verflauwen; verkwikken; vrolijker worden; wegsterven; zich hervinden

External Machine Translations:

Related Translations for fleurig maken