Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. galgenbrok:


Dutch

Detailed Translations for galgenbrok from Dutch to French

galgenbrok:

galgenbrok [de ~] noun

  1. de galgenbrok (boef; galgentronie; snaak)
    le coquin; le voyou; le truand; le malfrat; le bandit; le gredin; le délinquant
  2. de galgenbrok
    le pendard

Translation Matrix for galgenbrok:

NounRelated TranslationsOther Translations
bandit boef; galgenbrok; galgentronie; snaak aanvaller; bandiet; boef; boosdoener; booswicht; crimineel; delinquent; fielt; misdadiger; onverlaat; overvaller; rover; schobbejak; schurk; slechtaard; snoodaard; struikrover
coquin boef; galgenbrok; galgentronie; snaak bandiet; boef; boosdoener; booswicht; ellendeling; etter; etterbak; fielt; galbak; jongen; klier; kreng; mispunt; onverlaat; picaro; rakker; schavuit; schelm; schobbejak; schoelje; schoft; schurk; slechtaard; smeerlap; smiecht; smiek; snoodaard; stouterd; stuk ongeluk
délinquant boef; galgenbrok; galgentronie; snaak boef; crimineel; delinquent; fielt; misdadiger; schobbejak; schurk
gredin boef; galgenbrok; galgentronie; snaak boef; fielt; mispunt; naarling; picaro; rotzak; schavuit; schelm; schobbejak; schoelje; schoft; schurk; smeerlap; smiecht; smiek; stinkerd
malfrat boef; galgenbrok; galgentronie; snaak boef; crimineel; delinquent; fielt; misdadiger; schobbejak; schurk
pendard galgenbrok galgenaas
truand boef; galgenbrok; galgentronie; snaak boef; fielt; gangster; schobbejak; schurk
voyou boef; galgenbrok; galgentronie; snaak boef; fielt; rekel; schobbejak; schurk