Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. identiteitsbewijs:
  2. Wiktionary:
    • identiteitsbewijs → carte


Dutch

Detailed Translations for identiteitsbewijs from Dutch to French

identiteitsbewijs:

identiteitsbewijs [het ~] noun

  1. het identiteitsbewijs (legitimatiebewijs; legitimatiepapieren; persoonsbewijs; )
  2. het identiteitsbewijs (paspoort; pas)
    le passeport; la légitimation; la carte d'identité; la pièce d'identité
  3. het identiteitsbewijs

Translation Matrix for identiteitsbewijs:

NounRelated TranslationsOther Translations
carte d'identité identiteitsbewijs; identiteitskaart; legitimatie; legitimatiebewijs; legitimatiekaart; legitimatiepapieren; pas; paspoort; persoonsbewijs pasje
légitimation identiteitsbewijs; identiteitskaart; legitimatie; legitimatiebewijs; legitimatiekaart; legitimatiepapieren; pas; paspoort; persoonsbewijs justificatie; rechtvaardiging
passeport identiteitsbewijs; pas; paspoort bergpas; pas; paspoort; reispas
pièce d'identité identiteitsbewijs; identiteitskaart; legitimatie; legitimatiebewijs; legitimatiekaart; legitimatiepapieren; pas; paspoort; persoonsbewijs
OtherRelated TranslationsOther Translations
document d'identité identiteitsbewijs

Related Words for "identiteitsbewijs":


Wiktionary Translations for identiteitsbewijs:


Cross Translation:
FromToVia
identiteitsbewijs carte Ausweis — Dokument, das als Bestätigung oder Legitimation ausgestellt worden ist und Angaben zur betreffenden Person enthält

External Machine Translations: