Dutch

Detailed Translations for kilte from Dutch to French

kilte:

kilte [de ~ (v)] noun

  1. de kilte (afstandelijkheid; koelte; gereserveerdheid; koelheid)
    la distance; la froideur; le froid
  2. de kilte (koelte; frisheid)
    la fraîcheur; le froid; la froideur
  3. de kilte (ongezelligheid)

Translation Matrix for kilte:

NounRelated TranslationsOther Translations
distance afstandelijkheid; gereserveerdheid; kilte; koelheid; koelte afstand; distantie; eindpunt; gebiedsafstand
fraîcheur frisheid; kilte; koelte afkoeling; frisheid; jeugd; jeugdigheid; kilheid; koelheid; koelte; kou; koude; nieuwheid; originaliteit; verkoeling; versheid
froid afstandelijkheid; frisheid; gereserveerdheid; kilte; koelheid; koelte kou; koude; koudheid
froideur afstandelijkheid; frisheid; gereserveerdheid; kilte; koelheid; koelte afkoeling; kilheid; kou; koude; verkoeling
inconfort kilte; ongezelligheid hinder; last; moeite; ongemak; ongerief; overlast; soesa
insociabilité kilte; ongezelligheid
manque d'intimité kilte; ongezelligheid
manque de sociabilité kilte; ongezelligheid
ModifierRelated TranslationsOther Translations
froid afstandelijk; bikkelhard; emotieloos; fris; frisjes; gevoelloos; glashard; guur; hard; hardvochtig; harteloos; ijzerhard; indifferent; keihard; kil; koel; koelbloedig; koeltjes; koud; koud en vochtig; laag van temperatuur; laconiek; lauw; liefdeloos; onaangebroken; onaangedaan; onaangeroerd; onaangetast; onberoerd; onbewogen; ongebruikt; ongefundeerd; ongegrond; ongemotiveerd; ongeopend; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig; onverschrokken; staalhard; steenhard; zeer hard; zielloos; zonder grond