Dutch

Detailed Translations for lastig from Dutch to French

lastig:

lastig adj

  1. lastig (precair; kritiek; delicaat; )
  2. lastig (bezwaarlijk; met bezwaren)
  3. lastig (moeilijk; zwaar; ongemakkelijk; niet makkelijk)
  4. lastig (niet schikkend; storend)
  5. lastig (onaangenaam; hinderlijk; onplezierig; )
  6. lastig (hinderlijk; onaangenaam; storend)
  7. lastig (vervelend; saai; ellendig; )
  8. lastig (hinder veroorzakend; ongemakkelijk)

Translation Matrix for lastig:

NounRelated TranslationsOther Translations
critique aanmerking; beoordeling; bespreking; boekbespreking; commentaar; criticus; kritiek; opmerking; recensent; recensie
dur aanhouder; doorzetter; taaie
importun hinderlijk persoon; lastpak; lastpost
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- ingewikkeld; moeilijk; vervelend
ModifierRelated TranslationsOther Translations
accablant lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar
agaçant hinderlijk; lastig; onaangenaam; storend ergerlijk; irritant; onprettig; tergend; treiterig; vervelend; zenuwslopend
aléatoire delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair
assommant lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar afgezaagd; eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend; stomvervelend; suf; vervelend
avec peine lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar
compliqué lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar complex; gecompliceerd; geestelijk verward; in de war; ingewikkeld; kritisch; moeilijk; ondersteboven; onoverzichtelijk; onthutst; problematisch; samengesteld; verward
critique delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; moeilijk; netelig; niet makkelijk; ongemakkelijk; penibel; precair; zwaar bedenkelijk; benard; benauwd; betwist; cruciaal; dubieus; ernstig; essentieel; hachelijk; kardinaal; kritiek; kritisch; kwestieus; moeilijk; noodzakelijk; omstreden; onmisbaar; onontbeerlijk; onrustbarend; penibel; problematisch; twijfelachtig; van levensbelang; verdacht; verontrustend; vitaal; voornaamst; wezenlijk; zorgelijk; zorgwekkend
de manière précaire delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair
difficile bezwaarlijk; lastig; met bezwaren; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar benard; benauwd; ernstig; hachelijk; inspannend; kritiek; kritisch; lastige; moeilijk; penibel; pittig; problematisch; straf; veeleisend; zorgelijk; zorgwekkend
difficilement lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar kritisch; moeilijk; pittig; problematisch; straf
dur lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar barbaars; beestachtig; bikkelhard; bruut; fel; gestreng; glashard; hanig; hard; hardvochtig; ijzerhard; inhumaan; keihard; kritisch; moeilijk; monsterlijk; niet toegevend; onbarmhartig; ongenadig; onmenselijk; pezig; pinnig; pittig; problematisch; scherp; snibbig; staalhard; steenhard; straf; streng; vinnig; vlijmend; wreed; zeer hard; zenig
délicat delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; moeilijk; netelig; niet makkelijk; ongemakkelijk; penibel; precair; zwaar bedenkelijk; benard; benauwd; betwist; breekbaar; broos; delicaat; dubieus; elegant; ernstig; fijn; fijn van smaak; fijnbesnaard; fijngevoelig; fijntjes; fijnzinnig; fragiel; frèle; gracieus; hachelijk; heel mooi; heerlijk; hemels; iel; kieskeurig; kostelijk; kritiek; kwestieus; kwetsbaar; lekker; mager; met veel moeilijkheden gepaard gaan; omstreden; overheerlijk; penibel; problematisch; reuzelekker; sierlijk; slap; smakelijk; spichtig; sprieterig; subtiel; teder; teer; teerbesnaard; teergevoelig; tenger; twijfelachtig; uitgelezen; verdacht; verfijnd; verrukkelijk; zalig; zorgelijk; zorgwekkend; zwak
déplaisant hinderlijk; lastig; naar; niet schikkend; onaangenaam; ongelegen; onplezierig; onverkwikkelijk; storend afstotend; lelijk; onaantrekkelijk; onheus; onsympathiek; wrang; zuur; zuur smakend
dérangeant hinderlijk; lastig; naar; onaangenaam; ongelegen; onplezierig; onverkwikkelijk; storend ergerlijk; irritant; onprettig; vervelend
désagréable afgezaagd; ellendig; hinderlijk; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; naar; niet schikkend; onaangenaam; ongelegen; onplezierig; onverkwikkelijk; rot; saai; storend; vervelend afstotend; antipathiek; lelijk; onaantrekkelijk; onaardig; onbehaaglijk; ongenietbaar; onhartelijk; onhebbelijk; onheus; onprettig; onverdraagzaam; onverkwikkelijk; onvriendelijk; onwelwillend; onwennig; slecht geluimd; stuitend; wrang; zuur; zuur smakend
désagréablement hinderlijk; lastig; naar; onaangenaam; ongelegen; onplezierig; onverkwikkelijk; storend afstotend; lelijk; onaantrekkelijk; onaardig; onhartelijk; onhebbelijk; onprettig; onverdraagzaam; onvriendelijk; onwelwillend
embarrassant hinder veroorzakend; hinderlijk; lastig; moeilijk; niet makkelijk; onaangenaam; ongemakkelijk; storend; zwaar benard; benauwd; ergerlijk; ernstig; gênant; hachelijk; irritant; kritiek; lastige; met een groot gewicht; onhandelbaar; onhanteerbaar; onprettig; penibel; vervelend; zorgelijk; zorgwekkend; zwaar
ennuyeux afgezaagd; ellendig; hinderlijk; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; onaangenaam; rot; saai; storend; vervelend afgezaagd; afstompend; eentonig; ergerlijk; flauw; geestdodend; irritant; langdradig; melig; monotoon; saai; saaie; slaapverwekkend; stom; suf; taai; vervelend; zonder afleiding
exigeant hinder veroorzakend; lastig; ongemakkelijk eisend; inspannend; kieskeurig; veeleisend
gênant hinder veroorzakend; hinderlijk; lastig; moeilijk; niet makkelijk; niet schikkend; onaangenaam; ongemakkelijk; storend; zwaar benard; benauwd; ergerlijk; ernstig; genant; gênant; hachelijk; irritant; kritiek; lastige; onprettig; penibel; pijnlijk; vervelend; zeer doend; zorgelijk; zorgwekkend
hasardeux delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair avontuurlijk; bedreigend; gevaarlijk; gewaagd; hachelijk; risicovol; riskant
importun hinder veroorzakend; lastig; niet schikkend; ongemakkelijk; storend indringerig; ongewenst; ongewild; onprettig; onwelkom; opdringerig
incertain delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair aarzelend; besluiteloos; discutabel; gevaarlijk; gewaagd; hachelijk; halfslachtig; inconsistent; los; niet zeker; ongewis; onstandvastig; onvast; rank; schoorvoetend; twijfelachtig; twijfelmoedig; variabel; variërend; veranderlijk; wankel; wankelbaar; wankelend; wankelmoedig; weifelachtig; weifelend
inopportun hinder veroorzakend; hinderlijk; lastig; niet schikkend; onaangenaam; ongemakkelijk; storend gênant; misplaatst; niet op het goede moment; ontijdig
irritant hinderlijk; lastig; onaangenaam; storend ergerlijk; irritant; irriterend; prikkelend; verstorend; vervelend
lourd lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar benauwd; broeierig; corpulent; dik; geladen; gezet; lijvig; lomp; machtig; met een groot gewicht; moeilijk verteerbaar; onelegant; opladen van een geweer; plomp; slecht verteerbaar; vet; vettig; zwaar; zwaarlijvig; zwoel
mal à propos hinder veroorzakend; lastig; ongemakkelijk niet op het goede moment; onbezonnen; ongewenst; ongewild; ontijdig; onwelkom; ten ontijde; voorbarig
oppressant lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar beklemmend; benauwd; benauwend; broeierig; zwoel
pressant lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar broodnodig; dringend; eng; hoognodig; klemmend; met een groot gewicht; met spoed; nauw; smal; smalletjes; spoedeisend; urgent; van geringe breedte; zwaar
précaire delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair dreigend; eng; gevaarlijk; gewaagd; hachelijk; los; onvast; rank; wankel; wankelbaar; wankelend
précairement delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair dreigend; eng; gevaarlijk; gewaagd; hachelijk
pénible bezwaarlijk; hinder veroorzakend; hinderlijk; lastig; met bezwaren; moeilijk; niet makkelijk; niet schikkend; onaangenaam; ongemakkelijk; storend; zwaar benard; benauwd; ernstig; genant; gênant; hachelijk; kritiek; lastige; penibel; pijnlijk; zeer doend; zorgelijk; zorgwekkend
péniblement lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar
périlleuse delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair halsbrekend; levensgevaarlijk
périlleux delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair bedreigend; gevaarlijk; gewaagd; hachelijk; halsbrekend; levensgevaarlijk; risicovol; riskant
à contre-temps lastig; niet schikkend; storend niet op het goede moment; ontijdig
à titre précaire delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair
écrasant lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar loden; loodzwaar; met een groot gewicht; zwaar
étreignant lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar

Related Words for "lastig":


Synonyms for "lastig":


Antonyms for "lastig":


Related Definitions for "lastig":

  1. waar je door gestoord of belemmerd wordt1
    • de kinderen waren vandaag erg lastig1
  2. wat veel inspanning kost om te doen1
    • dat was een lastige vraag1

Wiktionary Translations for lastig:

lastig
adjective
  1. moeilijheden veroorzakend of opwerpend
lastig
adjective
  1. Non facile, qui nécessite un grand effort.
  2. Qui, par suite de sa fermeté, est difficile à pénétrer, à entamer.
  1. Avec difficulté
  2. -

Cross Translation:
FromToVia
lastig encombrant cumbersome — burdensome or hindering, as a weight or drag; vexatious; cumbrous
lastig pénible cumbersome — hard, difficult, demanding to handle
lastig difficile difficult — hard, not easy

Related Translations for lastig