Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. nijgen:


Dutch

Detailed Translations for nijgen from Dutch to French

nijgen:

nijgen verb (nijg, nijgt, neeg, negen, genegen)

  1. nijgen

Conjugations for nijgen:

o.t.t.
  1. nijg
  2. nijgt
  3. nijgt
  4. nijgen
  5. nijgen
  6. nijgen
o.v.t.
  1. neeg
  2. neeg
  3. neeg
  4. negen
  5. negen
  6. negen
v.t.t.
  1. ben genegen
  2. bent genegen
  3. is genegen
  4. zijn genegen
  5. zijn genegen
  6. zijn genegen
v.v.t.
  1. was genegen
  2. was genegen
  3. was genegen
  4. waren genegen
  5. waren genegen
  6. waren genegen
o.t.t.t.
  1. zal nijgen
  2. zult nijgen
  3. zal nijgen
  4. zullen nijgen
  5. zullen nijgen
  6. zullen nijgen
o.v.t.t.
  1. zou nijgen
  2. zou nijgen
  3. zou nijgen
  4. zouden nijgen
  5. zouden nijgen
  6. zouden nijgen
diversen
  1. nijg!
  2. nijgt!
  3. genegen
  4. nijgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for nijgen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
s'incliner nijgen buigen; eerbied tonen; hellen; krom buigen; krommen; neerbuigen; neigen; overhellen; overhellen tot een denkwijze; tenderen naar; uitwringen; voorover buigen; voorover hellen; welven; wringen