Dutch

Detailed Translations for omvormen from Dutch to French

omvormen:

omvormen verb (vorm om, vormt om, vormde om, vormden om, omgevormd)

  1. omvormen (reorganiseren; vervormen)
    transformer; déformer; restructurer; réorganiser; modifier; changer; retravailler; retourner; labourer; remanier
    • transformer verb (transforme, transformes, transformons, transformez, )
    • déformer verb (déforme, déformes, déformons, déformez, )
    • restructurer verb (restructure, restructures, restructurons, restructurez, )
    • réorganiser verb (réorganise, réorganises, réorganisons, réorganisez, )
    • modifier verb (modifie, modifies, modifions, modifiez, )
    • changer verb (change, changes, changeons, changez, )
    • retravailler verb (retravaille, retravailles, retravaillons, retravaillez, )
    • retourner verb (retourne, retournes, retournons, retournez, )
    • labourer verb (laboure, laboures, labourons, labourez, )
    • remanier verb (remanie, remanies, remanions, remaniez, )

Conjugations for omvormen:

o.t.t.
  1. vorm om
  2. vormt om
  3. vormt om
  4. vormen om
  5. vormen om
  6. vormen om
o.v.t.
  1. vormde om
  2. vormde om
  3. vormde om
  4. vormden om
  5. vormden om
  6. vormden om
v.t.t.
  1. heb omgevormd
  2. hebt omgevormd
  3. heeft omgevormd
  4. hebben omgevormd
  5. hebben omgevormd
  6. hebben omgevormd
v.v.t.
  1. had omgevormd
  2. had omgevormd
  3. had omgevormd
  4. hadden omgevormd
  5. hadden omgevormd
  6. hadden omgevormd
o.t.t.t.
  1. zal omvormen
  2. zult omvormen
  3. zal omvormen
  4. zullen omvormen
  5. zullen omvormen
  6. zullen omvormen
o.v.t.t.
  1. zou omvormen
  2. zou omvormen
  3. zou omvormen
  4. zouden omvormen
  5. zouden omvormen
  6. zouden omvormen
en verder
  1. ben omgevormd
  2. bent omgevormd
  3. is omgevormd
  4. zijn omgevormd
  5. zijn omgevormd
  6. zijn omgevormd
diversen
  1. vorm om!
  2. vormt om!
  3. omgevormd
  4. omvormend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for omvormen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
changer omvormen; reorganiseren; vervormen aflossen; afwisselen; amenderen; converteren; doen buigen; door elkaar schudden; hernieuwen; herstellen; herzien; husselen; hutselen; inruilen; inwisselen; kenteren; modificeren; ombuigen; omruilen; omwerken; omwisselen; omzetten; overstappen; remplaceren; renoveren; ruilen; uitwisselen; veranderen; verbeteren; vernieuwen; verruilen; vervangen; verwisselen; wijzigen; wisselen
déformer omvormen; reorganiseren; vervormen een andere vorm geven; mismaken; misvormen; verdraaien; verminken; vertekenen; vervormen; woorden verdraaien
labourer omvormen; reorganiseren; vervormen omgraven; omploegen; omspitten; omwerken; ploegen; spitten
modifier omvormen; reorganiseren; vervormen afwisselen; amenderen; bewerken; converteren; doen buigen; hervormen; herzien; modificeren; nuanceren; ombuigen; omruilen; omwerken; omwisselen; omzetten; reformeren; ruilen; veranderen; verwisselen; wijzigen; wisselen
remanier omvormen; reorganiseren; vervormen amenderen; herzien; modificeren; omgraven; omploegen; omspitten; omwerken; ploegen; spitten; veranderen; wijzigen
restructurer omvormen; reorganiseren; vervormen amenderen; herzien; modificeren; omwerken; veranderen; wijzigen
retourner omvormen; reorganiseren; vervormen dompen; draaien; iets omdraaien; kantelen; keren; kiepen; omdraaien; omkantelen; omkeren; omklappen; omleggen; omver kiepen; omwenden; over een kant vallen; restitueren; retourneren; rollen; ronddraaien; roteren; spiegelen; terugbezorgen; terugbrengen; teruggaan; teruggeven; teruggooien; terugkeren; terugkomen; terugreizen; terugrijden; terugsturen; terugwerpen; terugzenden; wederkeren; weerkeren; wenden; wentelen
retravailler omvormen; reorganiseren; vervormen amenderen; hervormen; herzien; modificeren; omgraven; omploegen; omspitten; omwerken; ploegen; reformeren; spitten; veranderen; wijzigen
réorganiser omvormen; reorganiseren; vervormen amenderen; herstructureren; herzien; modificeren; omwerken; saneren; veranderen; wijzigen
transformer omvormen; reorganiseren; vervormen afwisselen; amenderen; converteren; draaien; een andere vorm geven; herleiden; herscheppen; hervormen; herzien; kantelen; modificeren; ombouwen; omruilen; omschakelen van stroom; omwerken; omwisselen; omzetten; reformeren; rollen; ronddraaien; roteren; ruilen; terugvoeren; transformeren; veranderen; verbouwen; vertimmeren; vervormen; verwerken; verwisselen; wentelen; wijzigen; wisselen; woorden verdraaien
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
modifier wijzigen