Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. op zijn hart hebben:


Dutch

Detailed Translations for op zijn hart hebben from Dutch to French

op zijn hart hebben:

op zijn hart hebben verb

  1. op zijn hart hebben (dwarszitten)
    gêner; contrarier; chicaner; avoir quelque chose sur le coeur
    • gêner verb (gêne, gênes, gênons, gênez, )
    • contrarier verb (contrarie, contraries, contrarions, contrariez, )
    • chicaner verb (chicane, chicanes, chicanons, chicanez, )

Translation Matrix for op zijn hart hebben:

NounRelated TranslationsOther Translations
chicaner muggenziften
VerbRelated TranslationsOther Translations
avoir quelque chose sur le coeur dwarszitten; op zijn hart hebben
chicaner dwarszitten; op zijn hart hebben chicaneren; haarkloven; kibbelen; kleinzielig gedragen; muggenziften
contrarier dwarszitten; op zijn hart hebben chicaneren; doen mislukken; dwarsbomen; dwarsliggen; een stokje steken voor; kleinzielig gedragen; tegengaan; tegenstreven; tegenwerken; verijdelen; weerstreven
gêner dwarszitten; op zijn hart hebben belemmeren; beletten; dwarsbomen; dwarsliggen; generen; hinderen; lastigvallen; obstructie plegen; onmogelijk maken; schamen; storen; tegenwerken; teisteren; verhinderen; verstoren; vertoornen

Related Translations for op zijn hart hebben