Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. opzuigen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for opzuigen from Dutch to French

opzuigen:

opzuigen verb (zuig op, zuigt op, zoog op, zogen op, opgezogen)

  1. opzuigen (wegzuigen; afzuigen)
    attiter; drainer; aspirer
    • attiter verb
    • drainer verb (draine, draines, drainons, drainez, )
    • aspirer verb (aspire, aspires, aspirons, aspirez, )
  2. opzuigen (stofzuigen)

Conjugations for opzuigen:

o.t.t.
  1. zuig op
  2. zuigt op
  3. zuigt op
  4. zuigen op
  5. zuigen op
  6. zuigen op
o.v.t.
  1. zoog op
  2. zoog op
  3. zoog op
  4. zogen op
  5. zogen op
  6. zogen op
v.t.t.
  1. heb opgezogen
  2. hebt opgezogen
  3. heeft opgezogen
  4. hebben opgezogen
  5. hebben opgezogen
  6. hebben opgezogen
v.v.t.
  1. had opgezogen
  2. had opgezogen
  3. had opgezogen
  4. hadden opgezogen
  5. hadden opgezogen
  6. hadden opgezogen
o.t.t.t.
  1. zal opzuigen
  2. zult opzuigen
  3. zal opzuigen
  4. zullen opzuigen
  5. zullen opzuigen
  6. zullen opzuigen
o.v.t.t.
  1. zou opzuigen
  2. zou opzuigen
  3. zou opzuigen
  4. zouden opzuigen
  5. zouden opzuigen
  6. zouden opzuigen
en verder
  1. is opgezogen
  2. zijn opgezogen
diversen
  1. zuig op!
  2. zuigt op!
  3. opgezogen
  4. opzuigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for opzuigen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
aspirer afzuigen; opzuigen; wegzuigen absorberen; bedoelen; beogen; een snuif nemen; hopen; iets ophalen; insnuiven; opnemen; opslorpen; opslurpen; opsnuiven; snuiven; spinzen; ten doel hebben; van hoop vervuld zijn; verlangen
attiter afzuigen; opzuigen; wegzuigen
drainer afzuigen; opzuigen; wegzuigen afwateren
passer à l'aspirateur opzuigen; stofzuigen

Wiktionary Translations for opzuigen:


Cross Translation:
FromToVia
opzuigen absorber; éponger absorb — to suck up or drink in (2)