Summary


Dutch

Detailed Translations for perspectief from Dutch to French

perspectief:

perspectief [de ~] noun

  1. de perspectief (gezichtspunt; standpunt; zienswijs; )
    le point de vue; la perspective; l'instant; la question; l'angle; le problème; le moment; le différend; le cas; l'optique
  2. de perspectief (vooruitzicht; toekomst; kans)
    la perspective; le point de vue; l'optique

Translation Matrix for perspectief:

NounRelated TranslationsOther Translations
angle gezichtshoek; gezichtspunt; invalshoek; oogpunt; perspectief; standpunt; zienswijs aspect; benadering; benaderingswijze; facet; hoek; invalshoek; optiek; opzicht
cas gezichtshoek; gezichtspunt; invalshoek; oogpunt; perspectief; standpunt; zienswijs aangelegenheid; affaire; casus; deining; geval; incident; issue; kwestie; kwesties; naamval; ophef; probleem; problematiek; problemen; punt; vraagstuk; zaak; zaakje
différend gezichtshoek; gezichtspunt; invalshoek; oogpunt; perspectief; standpunt; zienswijs botsing; conflict; debat; dispuut; geschil; issue; kwestie; meningsverschil; onenigheid; punt; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling
instant gezichtshoek; gezichtspunt; invalshoek; oogpunt; perspectief; standpunt; zienswijs minuut; minuutje; moment; ogenblik; oogwenk; seconde; tel; tijdstip; wip
moment gezichtshoek; gezichtspunt; invalshoek; oogpunt; perspectief; standpunt; zienswijs minuut; minuutje; moment; ogenblik; oogwenk; poosje; seconde; tel; tijdje; tijdstip; wip
optique gezichtshoek; gezichtspunt; invalshoek; kans; oogpunt; perspectief; standpunt; toekomst; vooruitzicht; zienswijs aspect; benadering; benaderingswijze; bewering; denkbeeld; facet; gezichtspunt; houding; idee; interpretatie; invalshoek; inzicht; kijk; kijkkast; lezing; mening; oordeel; opinie; optica; optiek; opvatting; opzicht; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema; visie; zienswijze
perspective gezichtshoek; gezichtspunt; invalshoek; kans; oogpunt; perspectief; standpunt; toekomst; vooruitzicht; zienswijs afwachting; denkbeeld; doorzicht; gezichtspunt; hoop; idee; interpretatie; inzicht; kijk; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; panorama; standpunt; vergezicht; verreikend uitzicht; verwachting; visie; zienswijze
point de vue gezichtshoek; gezichtspunt; invalshoek; kans; oogpunt; perspectief; standpunt; toekomst; vooruitzicht; zienswijs aspect; begrip; benadering; benaderingswijze; benul; beschouwing; bewering; denkbeeld; facet; gezichtspunt; houding; idee; interpretatie; invalshoek; inzicht; kijk; lezing; mening; mentale voorstelling; oordeel; opinie; optiek; opvatting; opzicht; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema; uitzichtpunt; visie; zienswijze
problème gezichtshoek; gezichtspunt; invalshoek; oogpunt; perspectief; standpunt; zienswijs aangelegenheid; affaire; complicatie; geval; ingewikkeldheid; interpellatie; issue; kwestie; moeilijkheid; opgaaf; opgave; probleem; probleemgeval; probleemstelling; punt; stelling; verhandeling; vraag; vraagstelling; vraagstuk; werkstuk; zaak; zwaarte
question gezichtshoek; gezichtspunt; invalshoek; oogpunt; perspectief; standpunt; zienswijs aangelegenheid; affaire; casus; geval; ingewikkeldheid; interpellatie; issue; kwestie; kwesties; moeilijkheid; opgaaf; opgave; probleem; probleemstelling; problematiek; problemen; punt; stelling; verhandeling; vraag; vraagstelling; vraagstuk; werkstuk; zaak; zwaarte
ModifierRelated TranslationsOther Translations
optique optisch

Related Words for "perspectief":

  • perspectieven