Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. postuleren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for postuleren from Dutch to French

postuleren:

postuleren verb (postuleer, postuleert, postuleerde, postuleerden, gepostuleerd)

  1. postuleren (vooronderstellen)
    postuler; présumer; proposer; présupposer
    • postuler verb (postule, postules, postulons, postulez, )
    • présumer verb (présume, présumes, présumons, présumez, )
    • proposer verb (propose, proposes, proposons, proposez, )
    • présupposer verb (présuppose, présupposes, présupposons, présupposez, )

Conjugations for postuleren:

o.t.t.
  1. postuleer
  2. postuleert
  3. postuleert
  4. postuleren
  5. postuleren
  6. postuleren
o.v.t.
  1. postuleerde
  2. postuleerde
  3. postuleerde
  4. postuleerden
  5. postuleerden
  6. postuleerden
v.t.t.
  1. heb gepostuleerd
  2. hebt gepostuleerd
  3. heeft gepostuleerd
  4. hebben gepostuleerd
  5. hebben gepostuleerd
  6. hebben gepostuleerd
v.v.t.
  1. had gepostuleerd
  2. had gepostuleerd
  3. had gepostuleerd
  4. hadden gepostuleerd
  5. hadden gepostuleerd
  6. hadden gepostuleerd
o.t.t.t.
  1. zal postuleren
  2. zult postuleren
  3. zal postuleren
  4. zullen postuleren
  5. zullen postuleren
  6. zullen postuleren
o.v.t.t.
  1. zou postuleren
  2. zou postuleren
  3. zou postuleren
  4. zouden postuleren
  5. zouden postuleren
  6. zouden postuleren
en verder
  1. is gepostuleerd
diversen
  1. postuleer!
  2. postuleert!
  3. gepostuleerd
  4. postulerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for postuleren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
postuler postuleren; vooronderstellen beginnen met; flonkeren; naar voren brengen; opperen; poneren; stellen; vooropstellen; vooropzetten; vooruitzetten
proposer postuleren; vooronderstellen aanbevelen; aanbieden; aankaarten; aanknopen; aanraden; aansnijden; aanvoeren; een voorstel doen; entameren; geld opleveren; gesprek aanknopen; iemand recommanderen; inbrengen; indienen; laten zien; naar voren brengen; nomineren; offreren; op tafel leggen; openen; opperen; opwerpen; poneren; presenteren; starten; stellen; suggereren; te berde brengen; ter overweging geven; ter sprake brengen; tonen; uitloven; voordragen; voorleggen; voorslaan; voorstellen
présumer postuleren; vooronderstellen aannemen; ervan uitgaan; gissen; gissing maken; raden; uitgaan van; veronderstellen
présupposer postuleren; vooronderstellen beginnen met; gissen; gissing maken; naar voren brengen; opperen; poneren; raden; stellen; vooropstellen; vooropzetten; vooruitzetten

Wiktionary Translations for postuleren:

postuleren
verb
  1. (overgankelijk) zonder bewijs aannemen