Summary


Dutch

Detailed Translations for uitgebreid eten from Dutch to French

uitgebreid eten:

uitgebreid eten verb (eet uitgebreid, at uitgebreid, aten uitgebreid, uitgereid gegeten)

  1. uitgebreid eten (dineren; tafelen)
    dîner; manger copieusement; déjeuner; manger; être à table; consommer
    • dîner verb (dîne, dînes, dînons, dînez, )
    • déjeuner verb (déjeune, déjeunes, déjeunons, déjeunez, )
    • manger verb (mange, manges, mangeons, mangez, )
    • consommer verb (consomme, consommes, consommons, consommez, )

Conjugations for uitgebreid eten:

o.t.t.
  1. eet uitgebreid
  2. eet uitgebreid
  3. eet uitgebreid
  4. eten uitgebreid
  5. eten uitgebreid
  6. eten uitgebreid
o.v.t.
  1. at uitgebreid
  2. at uitgebreid
  3. at uitgebreid
  4. aten uitgebreid
  5. aten uitgebreid
  6. aten uitgebreid
v.t.t.
  1. heb uitgereid gegeten
  2. hebt uitgereid gegeten
  3. heeft uitgereid gegeten
  4. hebben uitgereid gegeten
  5. hebben uitgereid gegeten
  6. hebben uitgereid gegeten
v.v.t.
  1. had uitgereid gegeten
  2. had uitgereid gegeten
  3. had uitgereid gegeten
  4. hadden uitgereid gegeten
  5. hadden uitgereid gegeten
  6. hadden uitgereid gegeten
o.t.t.t.
  1. zal uitgebreid eten
  2. zult uitgebreid eten
  3. zal uitgebreid eten
  4. zullen uitgebreid eten
  5. zullen uitgebreid eten
  6. zullen uitgebreid eten
o.v.t.t.
  1. zou uitgebreid eten
  2. zou uitgebreid eten
  3. zou uitgebreid eten
  4. zouden uitgebreid eten
  5. zouden uitgebreid eten
  6. zouden uitgebreid eten
en verder
  1. ben uitgereid gegeten
  2. bent uitgereid gegeten
  3. is uitgereid gegeten
  4. zijn uitgereid gegeten
  5. zijn uitgereid gegeten
  6. zijn uitgereid gegeten
diversen
  1. eet uitgebreid!
  2. eett uitgebreid!
  3. uitgereid gegeten
  4. uitgebreid etend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitgebreid eten:

NounRelated TranslationsOther Translations
déjeuner koffiemaaltijd; lunch; lunchpakket; twaalfuurtje
dîner avondeten; avondmaal; avondmaaltijd; diner; feestdiner; souper
VerbRelated TranslationsOther Translations
consommer dineren; tafelen; uitgebreid eten afdragen; bikken; bunkeren; consumeren; doorjagen; eten; gebruiken; kluiven; knauwen; laven; leegeten; lenigen; lessen; naar binnen werken; nuttigen; opeten; ophebben; opmaken; oppeuzelen; opvreten; schransen; schrokken; slijten; tegoed doen; tot zich nemen; uitgeven voor een maaltijd; verbruiken; verorberen; verslijten; verslinden; verteren; volvoeren; vreten; zitten proppen
déjeuner dineren; tafelen; uitgebreid eten consumeren; eten; gebruiken; laven; lenigen; lessen; lunchen; nuttigen; ontbijt eten; ontbijten; opeten; oppeuzelen; tegoed doen; tot zich nemen; verorberen
dîner dineren; tafelen; uitgebreid eten consumeren; eten; gebruiken; laven; lenigen; lessen; nuttigen; opeten; oppeuzelen; tegoed doen; tot zich nemen; verorberen
manger dineren; tafelen; uitgebreid eten bikken; consumeren; eten; gebruiken; kluiven; knauwen; laven; leegeten; lenigen; lessen; naar binnen werken; nuttigen; onfatsoenlijk eten; opeten; opgebruiken; opkrijgen; opmaken; oppeuzelen; opvreten; tegoed doen; tot zich nemen; verorberen; vreten
manger copieusement dineren; tafelen; uitgebreid eten
être à table dineren; tafelen; uitgebreid eten aanzitten
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
consommer verbruiken

Related Translations for uitgebreid eten