Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. uitvullen:


Dutch

Detailed Translations for uitvullen from Dutch to French

uitvullen:

uitvullen verb

  1. uitvullen
    justifier
    • justifier verb (justifie, justifies, justifions, justifiez, )

Translation Matrix for uitvullen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
justifier uitvullen aantonen; bewijzen; goedpraten; rechtpraten; rechtvaardigen; staven; verantwoorden; wettigen