Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. verdacht maken:


Dutch

Detailed Translations for verdacht maken from Dutch to French

verdacht maken:

verdacht maken verb (maak verdacht, maakt verdacht, maakte verdacht, maakten verdacht, verdacht gemaakt)

  1. verdacht maken (beschuldigen; verdenken; incrimineren; betichten)
    soupçonner; accuser; suspecter; charger; imputer; inculper; incriminer
    • soupçonner verb (soupçonne, soupçonnes, soupçonnons, soupçonnez, )
    • accuser verb (accuse, accuses, accusons, accusez, )
    • suspecter verb (suspecte, suspectes, suspectons, suspectez, )
    • charger verb (charge, charges, chargeons, chargez, )
    • imputer verb (impute, imputes, imputons, imputez, )
    • inculper verb (inculpe, inculpes, inculpons, inculpez, )
    • incriminer verb (incrimine, incrimines, incriminons, incriminez, )

Conjugations for verdacht maken:

o.t.t.
  1. maak verdacht
  2. maakt verdacht
  3. maakt verdacht
  4. maken verdacht
  5. maken verdacht
  6. maken verdacht
o.v.t.
  1. maakte verdacht
  2. maakte verdacht
  3. maakte verdacht
  4. maakten verdacht
  5. maakten verdacht
  6. maakten verdacht
v.t.t.
  1. heb verdacht gemaakt
  2. hebt verdacht gemaakt
  3. heeft verdacht gemaakt
  4. hebben verdacht gemaakt
  5. hebben verdacht gemaakt
  6. hebben verdacht gemaakt
v.v.t.
  1. had verdacht gemaakt
  2. had verdacht gemaakt
  3. had verdacht gemaakt
  4. hadden verdacht gemaakt
  5. hadden verdacht gemaakt
  6. hadden verdacht gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal verdacht maken
  2. zult verdacht maken
  3. zal verdacht maken
  4. zullen verdacht maken
  5. zullen verdacht maken
  6. zullen verdacht maken
o.v.t.t.
  1. zou verdacht maken
  2. zou verdacht maken
  3. zou verdacht maken
  4. zouden verdacht maken
  5. zouden verdacht maken
  6. zouden verdacht maken
diversen
  1. maak verdacht!
  2. maakt verdacht!
  3. verdacht gemaakt
  4. verdacht makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verdacht maken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
accuser beschuldigen; betichten; incrimineren; verdacht maken; verdenken aanklagen; aantijgen; beschuldigen; betichten; chargeren; insinueren; overdrijven; ten laste leggen; verdachtmaken
charger beschuldigen; betichten; incrimineren; verdacht maken; verdenken aandikken; aanklagen; aantijgen; beladen; belasten; beschuldigen; betichten; bevelen; bevrachten; bezwaren; commanderen; decreteren; farceren; gebieden; gelasten; geweer laden; gewicht toevoegen; inladen; insinueren; laden; op iets laden; opblazen; opdragen; opkloppen; opladen; opladen elektriciteit; opnieuw laden; opschroeven; opvullen; overdreven voorstellen; overdrijven; ten laste leggen; verladen; verordenen; verzwaren; vullen; zwaarder maken
imputer beschuldigen; betichten; incrimineren; verdacht maken; verdenken aanklagen; aantijgen; beschuldigen; betichten; iets als lof zeggen; insinueren; nageven; ten laste leggen; toeschrijven
incriminer beschuldigen; betichten; incrimineren; verdacht maken; verdenken aanklagen; beschuldigen; betichten; chargeren; overdrijven; ten laste leggen
inculper beschuldigen; betichten; incrimineren; verdacht maken; verdenken aanklagen; beschuldigen; betichten; chargeren; overdrijven; ten laste leggen
soupçonner beschuldigen; betichten; incrimineren; verdacht maken; verdenken met aandelen spelen; speculeren
suspecter beschuldigen; betichten; incrimineren; verdacht maken; verdenken

Related Translations for verdacht maken