Dutch

Detailed Translations for vrijblijvend from Dutch to French

vrijblijvend:


Translation Matrix for vrijblijvend:

NounRelated TranslationsOther Translations
familier gast; habitué; stamgast; vaste klant
nonchalant slodder; slodderkous; sloddervos; slons
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
facultatif informeel; voorlopig; vrijblijvend facultatief; niet verplicht; optioneel
ModifierRelated TranslationsOther Translations
décontracté informeel; voorlopig; vrijblijvend in het voorbijgaan; losjes; natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld; terloops
familier informeel; voorlopig; vrijblijvend aangenaam; bekend; brutaal; familiair; fijn; gemeenzaam; genoeglijk; gezellig; huiselijk; in het voorbijgaan; knus; knusjes; lekker; losjes; makkelijk in de omgang; niet beschroomd; onbeschroomd; onderhoudend; plezierig; prettig; sociabel; stoutmoedig; terloops; tutoyerend; vertrouwd; vrijmoedig; vrijpostig
familière informeel; voorlopig; vrijblijvend
informel informeel; voorlopig; vrijblijvend niet officieel; officieus; onbevestigd; onofficieel; zijdelings
non obligatoire informeel; voorlopig; vrijblijvend facultatief; niet bindend; niet verplicht; niet verplichtend
nonchalamment informeel; voorlopig; vrijblijvend achteloos; gedachteloos; nalatig; onwillekeurig; werktuiglijk; zonder erbij na te denken
nonchalant informeel; voorlopig; vrijblijvend flodderig; nalatig; nonchalant; slobberig; slodderig
optionnel informeel; voorlopig; vrijblijvend facultatief; niet verplicht
sans contrainte informeel; voorlopig; vrijblijvend 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; in een handomdraai; in het voorbijgaan; logisch; losjes; moeiteloos; natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld; onontkomelijk; onverplicht; spontaan; terloops; uit vrije wil; uiteraard; vanzelf; vanzelfsprekend; vrijwillig; zeker; zonder moeite; zonder twijfel
sans engagement informeel; voorlopig; vrijblijvend

Related Words for "vrijblijvend":

  • vrijblijvendheid, vrijblijvende

Wiktionary Translations for vrijblijvend:

vrijblijvend
adjective
  1. Qui fait l’objet d’un choix ; pour lequel on peut opter.