Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. aandragen:


Dutch

Detailed Synonyms for aandragen in Dutch

aandragen:

aandragen verb (draag aan, draagt aan, droeg aan, droegen aan, aangedragen)

  1. aandragen
    aanvoeren; aandragen
    • aanvoeren verb (voer aan, voert aan, voerde aan, voerden aan, aangevoerd)
    • aandragen verb (draag aan, draagt aan, droeg aan, droegen aan, aangedragen)

Conjugations for aandragen:

o.t.t.
  1. draag aan
  2. draagt aan
  3. draagt aan
  4. dragen aan
  5. dragen aan
  6. dragen aan
o.v.t.
  1. droeg aan
  2. droeg aan
  3. droeg aan
  4. droegen aan
  5. droegen aan
  6. droegen aan
v.t.t.
  1. heb aangedragen
  2. hebt aangedragen
  3. heeft aangedragen
  4. hebben aangedragen
  5. hebben aangedragen
  6. hebben aangedragen
v.v.t.
  1. had aangedragen
  2. had aangedragen
  3. had aangedragen
  4. hadden aangedragen
  5. hadden aangedragen
  6. hadden aangedragen
o.t.t.t.
  1. zal aandragen
  2. zult aandragen
  3. zal aandragen
  4. zullen aandragen
  5. zullen aandragen
  6. zullen aandragen
o.v.t.t.
  1. zou aandragen
  2. zou aandragen
  3. zou aandragen
  4. zouden aandragen
  5. zouden aandragen
  6. zouden aandragen
diversen
  1. draag aan!
  2. draagt aan!
  3. aangedragen
  4. aandragende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze