Dutch

Detailed Synonyms for blikje in Dutch

blikje:

blikje [het ~] noun

  1. het blikje
    de blik; de bus; het blikje; opbergblik; de trommel
  2. het blikje
    het blikje; het busje

blikje

  1. blikje
    blikje; de lip

Related Words for "blikje":


blikje form of blik:

blik [de ~ (m)] noun

  1. de blik
    de blik; de bus; het blikje; opbergblik; de trommel
  2. de blik
    het conservenblik; de blik
  3. de blik
    het metaal; het tin; de blik
  4. de blik
    de oogopslag; de blik

blik [het ~] noun

  1. het blik
    het dun metaal; het blik
  2. het blik
    – bord om vuil op te vegen 1
    het blik
    – bord om vuil op te vegen 1
    • blik [het ~] noun
      • ik veeg de scherven op met stoffer en blik1
  3. het blik
    – geplet staal met laagje tin 1
    het blik
    – geplet staal met laagje tin 1
    • blik [het ~] noun
      • we eten appelmoes uit blik1

blik [de ~ (m)] noun

  1. de blik
    – het kijken 1
    de blik
    – het kijken 1
    • blik [de ~ (m)] noun
      • hij wierp een blik in huis1
  2. de blik
    – manier van kijken 1
    de blik
    – manier van kijken 1
    • blik [de ~ (m)] noun
      • met een boze blik keek hij me aan1

Related Words for "blik":


Related Definitions for "blik":

  1. bord om vuil op te vegen1
    • ik veeg de scherven op met stoffer en blik1
  2. geplet staal met laagje tin1
    • we eten appelmoes uit blik1
  3. het kijken1
    • hij wierp een blik in huis1
  4. manier van kijken1
    • met een boze blik keek hij me aan1