Dutch

Detailed Synonyms for dronken in Dutch

dronken:

dronken adj

  1. dronken
  2. dronken
  3. dronken
    – onder invloed van alcohol zodat je niet meer helder kunt denken 1
    dronken; zat
    – onder invloed van alcohol zodat je niet meer helder kunt denken 1
    • dronken adj
      • na twintig biertjes was hij dronken1
    • zat adj
      • hij is elke zaterdagavond zat1

Related Words for "dronken":

  • dronkenst, dronkenste, dronk

Alternate Synonyms for "dronken":


Antonyms for "dronken":


Related Definitions for "dronken":

  1. onder invloed van alcohol zodat je niet meer helder kunt denken1
    • na twintig biertjes was hij dronken1

drinken:

drinken verb (drink, drinkt, dronk, dronken, gedronken)

  1. drinken
    drinken; alcohol gebruiken
    • drinken verb (drink, drinkt, dronk, dronken, gedronken)
    • alcohol gebruiken verb (gebruik alcohol, gebruikt alcohol, gebruikte alcohol, gebruikten alcohol, alcohol gebruikt)
  2. drinken
    drinken; zuipen; borrelen
    • drinken verb (drink, drinkt, dronk, dronken, gedronken)
    • zuipen verb (zuip, zuipt, zoop, zopen, gezopen)
    • borrelen verb (borrel, borrelt, borrelde, borrelden, geborreld)
  3. drinken
    – regelmatig sterke drank gebruiken 1
    drinken
    – regelmatig sterke drank gebruiken 1
    • drinken verb (drink, drinkt, dronk, dronken, gedronken)
      • als er problemen zijn, gaat hij drinken1
  4. drinken
    – vloeistof in je mond laten lopen en doorslikken 1
    drinken
    – vloeistof in je mond laten lopen en doorslikken 1
    • drinken verb (drink, drinkt, dronk, dronken, gedronken)
      • we drinken een glas melk1

Conjugations for drinken:

o.t.t.
  1. drink
  2. drinkt
  3. drinkt
  4. drinken
  5. drinken
  6. drinken
o.v.t.
  1. dronk
  2. dronk
  3. dronk
  4. dronken
  5. dronken
  6. dronken
v.t.t.
  1. heb gedronken
  2. hebt gedronken
  3. heeft gedronken
  4. hebben gedronken
  5. hebben gedronken
  6. hebben gedronken
v.v.t.
  1. had gedronken
  2. had gedronken
  3. had gedronken
  4. hadden gedronken
  5. hadden gedronken
  6. hadden gedronken
o.t.t.t.
  1. zal drinken
  2. zult drinken
  3. zal drinken
  4. zullen drinken
  5. zullen drinken
  6. zullen drinken
o.v.t.t.
  1. zou drinken
  2. zou drinken
  3. zou drinken
  4. zouden drinken
  5. zouden drinken
  6. zouden drinken
diversen
  1. drink!
  2. drinkt!
  3. gedronken
  4. drinkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

drinken [znw.] noun

  1. drinken
    drinken

Related Definitions for "drinken":

  1. regelmatig sterke drank gebruiken1
    • als er problemen zijn, gaat hij drinken1
  2. vloeistof in je mond laten lopen en doorslikken1
    • we drinken een glas melk1

dronken form of dronk:

dronk [de ~ (m)] noun

  1. de dronk
    de slok; de dronk; de teug

Related Words for "dronk":


Related Synonyms for dronken