Dutch
Detailed Synonyms for dronken in Dutch
dronken:
-
dronken
dronken; beschonken; ladderzat; zat; bezopen-
dronken adj
-
beschonken adj
-
ladderzat adj
-
zat adj
-
bezopen adj
-
-
dronken
aangeschoten; beneveld; beschonken; dronken-
aangeschoten adj
-
beneveld adj
-
beschonken adj
-
dronken adj
-
-
dronken
– onder invloed van alcohol zodat je niet meer helder kunt denken 1
Related Words for "dronken":
Alternate Synonyms for "dronken":
Antonyms for "dronken":
Related Definitions for "dronken":
drinken:
-
drinken
drinken; alcohol gebruiken-
alcohol gebruiken verb (gebruik alcohol, gebruikt alcohol, gebruikte alcohol, gebruikten alcohol, alcohol gebruikt)
-
drinken
-
drinken
– regelmatig sterke drank gebruiken 1 -
drinken
– vloeistof in je mond laten lopen en doorslikken 1
Conjugations for drinken:
o.t.t.
- drink
- drinkt
- drinkt
- drinken
- drinken
- drinken
o.v.t.
- dronk
- dronk
- dronk
- dronken
- dronken
- dronken
v.t.t.
- heb gedronken
- hebt gedronken
- heeft gedronken
- hebben gedronken
- hebben gedronken
- hebben gedronken
v.v.t.
- had gedronken
- had gedronken
- had gedronken
- hadden gedronken
- hadden gedronken
- hadden gedronken
o.t.t.t.
- zal drinken
- zult drinken
- zal drinken
- zullen drinken
- zullen drinken
- zullen drinken
o.v.t.t.
- zou drinken
- zou drinken
- zou drinken
- zouden drinken
- zouden drinken
- zouden drinken
diversen
- drink!
- drinkt!
- gedronken
- drinkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Related Definitions for "drinken":
dronken form of dronk:
-
de dronk