Summary


Dutch

Detailed Synonyms for indelen in Dutch

indelen:

indelen verb (deel in, deelt in, deelde in, deelden in, ingedeeld)

  1. indelen
    ordenen; indelen; groeperen; arrangeren; systematiseren
    • ordenen verb (orden, ordent, ordende, ordenden, geordend)
    • indelen verb (deel in, deelt in, deelde in, deelden in, ingedeeld)
    • groeperen verb (groepeer, groepeert, groepeerde, groepeerden, gegroepeerd)
    • arrangeren verb (arrangeer, arrangeert, arrangeerde, arrangeerden, gearrangeerd)
    • systematiseren verb (systematiseer, systematiseert, systematiseerde, systematiseerden, gesystematiseerd)

Conjugations for indelen:

o.t.t.
  1. deel in
  2. deelt in
  3. deelt in
  4. delen in
  5. delen in
  6. delen in
o.v.t.
  1. deelde in
  2. deelde in
  3. deelde in
  4. deelden in
  5. deelden in
  6. deelden in
v.t.t.
  1. heb ingedeeld
  2. hebt ingedeeld
  3. heeft ingedeeld
  4. hebben ingedeeld
  5. hebben ingedeeld
  6. hebben ingedeeld
v.v.t.
  1. had ingedeeld
  2. had ingedeeld
  3. had ingedeeld
  4. hadden ingedeeld
  5. hadden ingedeeld
  6. hadden ingedeeld
o.t.t.t.
  1. zal indelen
  2. zult indelen
  3. zal indelen
  4. zullen indelen
  5. zullen indelen
  6. zullen indelen
o.v.t.t.
  1. zou indelen
  2. zou indelen
  3. zou indelen
  4. zouden indelen
  5. zouden indelen
  6. zouden indelen
en verder
  1. ben ingedeeld
  2. bent ingedeeld
  3. is ingedeeld
  4. zijn ingedeeld
  5. zijn ingedeeld
  6. zijn ingedeeld
diversen
  1. deel in!
  2. deelt in!
  3. ingedeeld
  4. indelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for indelen