Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. laten vallen:


Dutch

Detailed Synonyms for laten vallen in Dutch

laten vallen:

laten vallen verb (laat vallen, liet vallen, lieten vallen, laten vallen)

  1. laten vallen
    dumpen; laten vallen

Conjugations for laten vallen:

o.t.t.
  1. laat vallen
  2. laat vallen
  3. laat vallen
  4. laten vallen
  5. laten vallen
  6. laten vallen
o.v.t.
  1. liet vallen
  2. liet vallen
  3. liet vallen
  4. lieten vallen
  5. lieten vallen
  6. lieten vallen
v.t.t.
  1. heb laten vallen
  2. hebt laten vallen
  3. heeft laten vallen
  4. hebben laten vallen
  5. hebben laten vallen
  6. hebben laten vallen
v.v.t.
  1. had laten vallen
  2. had laten vallen
  3. had laten vallen
  4. hadden laten vallen
  5. hadden laten vallen
  6. hadden laten vallen
o.t.t.t.
  1. zal laten vallen
  2. zult laten vallen
  3. zal laten vallen
  4. zullen laten vallen
  5. zullen laten vallen
  6. zullen laten vallen
o.v.t.t.
  1. zou laten vallen
  2. zou laten vallen
  3. zou laten vallen
  4. zouden laten vallen
  5. zouden laten vallen
  6. zouden laten vallen
diversen
  1. laat vallen!
  2. laat vallen!
  3. laten vallen
  4. vallen latend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for laten vallen