Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. naleven:


Dutch

Detailed Synonyms for naleven in Dutch

naleven:

naleven verb (leef na, leeft na, leefde na, leefden na, nageleefd)

  1. naleven
    naleven
    • naleven verb (leef na, leeft na, leefde na, leefden na, nageleefd)
  2. naleven
    – je eraan houden 1
    naleven
    – je eraan houden 1
    • naleven verb (leef na, leeft na, leefde na, leefden na, nageleefd)
      • de regels worden niet nageleefd1

Conjugations for naleven:

o.t.t.
  1. leef na
  2. leeft na
  3. leeft na
  4. leven na
  5. leven na
  6. leven na
o.v.t.
  1. leefde na
  2. leefde na
  3. leefde na
  4. leefden na
  5. leefden na
  6. leefden na
v.t.t.
  1. heb nageleefd
  2. hebt nageleefd
  3. heeft nageleefd
  4. hebben nageleefd
  5. hebben nageleefd
  6. hebben nageleefd
v.v.t.
  1. had nageleefd
  2. had nageleefd
  3. had nageleefd
  4. hadden nageleefd
  5. hadden nageleefd
  6. hadden nageleefd
o.t.t.t.
  1. zal naleven
  2. zult naleven
  3. zal naleven
  4. zullen naleven
  5. zullen naleven
  6. zullen naleven
o.v.t.t.
  1. zou naleven
  2. zou naleven
  3. zou naleven
  4. zouden naleven
  5. zouden naleven
  6. zouden naleven
diversen
  1. leef na!
  2. leeft na!
  3. nageleefd
  4. nalevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Definitions for "naleven":

  1. je eraan houden1
    • de regels worden niet nageleefd1