Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. overbelasten:


Dutch

Detailed Synonyms for overbelast in Dutch

overbelast form of overbelasten:

overbelasten verb (overbelast, overbelastte, overbelastten, overbelast)

  1. overbelasten
    overbelasten; forceren
    • overbelasten verb (overbelast, overbelastte, overbelastten, overbelast)
    • forceren verb (forceer, forceert, forceerde, forceerden, geforceerd)

Conjugations for overbelasten:

o.t.t.
  1. overbelast
  2. overbelast
  3. overbelast
  4. overbelasten
  5. overbelasten
  6. overbelasten
o.v.t.
  1. overbelastte
  2. overbelastte
  3. overbelastte
  4. overbelastten
  5. overbelastten
  6. overbelastten
v.t.t.
  1. ben overbelast
  2. bent overbelast
  3. is overbelast
  4. zijn overbelast
  5. zijn overbelast
  6. zijn overbelast
v.v.t.
  1. was overbelast
  2. was overbelast
  3. was overbelast
  4. waren overbelast
  5. waren overbelast
  6. waren overbelast
o.t.t.t.
  1. zal overbelasten
  2. zult overbelasten
  3. zal overbelasten
  4. zullen overbelasten
  5. zullen overbelasten
  6. zullen overbelasten
o.v.t.t.
  1. zou overbelasten
  2. zou overbelasten
  3. zou overbelasten
  4. zouden overbelasten
  5. zouden overbelasten
  6. zouden overbelasten
en verder
  1. heb overbelast
  2. hebt overbelast
  3. heeft overbelast
  4. hebben overbelast
  5. hebben overbelast
  6. hebben overbelast
diversen
  1. overbelast!
  2. overbelast!
  3. overbelast
  4. overbelastend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze