Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. exploreren:


Dutch

Detailed Synonyms for exploreren in Dutch

exploreren:

exploreren verb (exploreer, exploreert, exploreerde, exploreerden, geëxploreerd)

  1. exploreren
    exploreren
    • exploreren verb (exploreer, exploreert, exploreerde, exploreerden, geëxploreerd)

Conjugations for exploreren:

o.t.t.
  1. exploreer
  2. exploreert
  3. exploreert
  4. exploreren
  5. exploreren
  6. exploreren
o.v.t.
  1. exploreerde
  2. exploreerde
  3. exploreerde
  4. exploreerden
  5. exploreerden
  6. exploreerden
v.t.t.
  1. heb geëxploreerd
  2. hebt geëxploreerd
  3. heeft geëxploreerd
  4. hebben geëxploreerd
  5. hebben geëxploreerd
  6. hebben geëxploreerd
v.v.t.
  1. had geëxploreerd
  2. had geëxploreerd
  3. had geëxploreerd
  4. hadden geëxploreerd
  5. hadden geëxploreerd
  6. hadden geëxploreerd
o.t.t.t.
  1. zal exploreren
  2. zult exploreren
  3. zal exploreren
  4. zullen exploreren
  5. zullen exploreren
  6. zullen exploreren
o.v.t.t.
  1. zou exploreren
  2. zou exploreren
  3. zou exploreren
  4. zouden exploreren
  5. zouden exploreren
  6. zouden exploreren
en verder
  1. is geëxploreerd
  2. zijn geëxploreerd
diversen
  1. exploreer!
  2. exploreert!
  3. geëxploreerd
  4. explorerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze