Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. jongens:
  2. jongen:


Dutch

Detailed Synonyms for jongens in Dutch

jongens:

jongens [de ~] noun, plural

  1. de jongens
    de jongens; de rakkers

Related Words for "jongens":


jongens form of jongen:

jongen [de ~ (m)] noun

  1. de jongen
    de jongen; de rakker
  2. de jongen
    – kind van mannelijk geslacht 1
    de jongen
    – kind van mannelijk geslacht 1
    • jongen [de ~ (m)] noun
      • ze hebben twee kinderen, een jongen en een meisje1

jongen verb (jong, jongt, jongde, jongden, gejongd)

  1. jongen
    jongen; werpen; ter wereld brengen
    • jongen verb (jong, jongt, jongde, jongden, gejongd)
    • werpen verb (werp, werpt, wierp, wierpen, geworpen)
    • ter wereld brengen verb (breng ter wereld, brengt ter wereld, bracht ter wereld, brachten ter wereld, ter wereld gebracht)

Conjugations for jongen:

o.t.t.
  1. jong
  2. jongt
  3. jongt
  4. jongen
  5. jongen
  6. jongen
o.v.t.
  1. jongde
  2. jongde
  3. jongde
  4. jongden
  5. jongden
  6. jongden
v.t.t.
  1. heb gejongd
  2. hebt gejongd
  3. heeft gejongd
  4. hebben gejongd
  5. hebben gejongd
  6. hebben gejongd
v.v.t.
  1. had gejongd
  2. had gejongd
  3. had gejongd
  4. hadden gejongd
  5. hadden gejongd
  6. hadden gejongd
o.t.t.t.
  1. zal jongen
  2. zult jongen
  3. zal jongen
  4. zullen jongen
  5. zullen jongen
  6. zullen jongen
o.v.t.t.
  1. zou jongen
  2. zou jongen
  3. zou jongen
  4. zouden jongen
  5. zouden jongen
  6. zouden jongen
diversen
  1. jong!
  2. jongt!
  3. gejongd
  4. jongend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Words for "jongen":


Antonyms for "jongen":


Related Definitions for "jongen":

  1. kind van mannelijk geslacht1
    • ze hebben twee kinderen, een jongen en een meisje1